De Marke experimenteert met uitrijden verdunde mest

Met het verdunnen van de mest hoopt De Marke niet alleen een hogere opbrengst te realiseren, maar ook minder ammoniak uit te stoten en misschien wat te besparen op kunstmest.

Een optimale benutting van stikstof uit drijfmest is een belangrijk speerpunt op melkveeproefbedrijf De Marke. Het melkveebedrijf wil zoveel mogelijk (ruw) eiwit uit organische stikstof halen en zo min mogelijk stikstof verliezen naar bodem, oppervlaktewater en lucht.

Meer eiwit verbouwen

Dit jaar wordt bekeken of zodebemesten met digestaat en drijfmest dat met water is verdund een betere stikstofbenutting oplevert in grasland. 'Hiermee willen we de waardevolle mest uit de put nog beter benutten', zegt medewerker Henry Mentink. 'We proberen de kringlopen beter te sluiten, waardoor we minder input van andere meststoffen nodig hebben. Eigenlijk willen we met mest meer eiwit verbouwen.'

Landelijk wordt al langer geëxperimenteerd met het verdunnen van drijfmest met water. Niet duidelijk is hoeveel meer gras dit oplevert. Dat wordt op de Marke dit jaar wel gemeten.

Bemesting in de praktijk

De eerste bemesting op De Marke bestond dit jaar uit 35 kuub drijfmest per hectare. 'Dat is fors, maar wel ons vertrekpunt. Daarbij willen we opmerken dat de gehaltes in de mest vrij laag zijn, omdat er ook spoelwater van de melkrobots in de mestput komt', aldus Mentink.

Bovendien past het proefbedrijf rotatieteelt toe, drie jaar gras en drie jaar mais. Hierdoor komt extra mest beschikbaar die niet op maisland wordt aangewend. Op die manier komt meer mest vrij voor grasland. Daardoor kan het proefbedrijf minder kunstmest gebruiken op het grasland.