LTO: 'Verduurzamingsbeleid Zuid-Holland niet realistisch'

Het is een nobel, maar weing realistisch streven van de provincie Zuid-Holland om de verduurzaming van de landbouw in de provincie te versnellen en op te schalen, vindt LTO Noord West-bestuurder Jaco Kastelejn.

'Een beter verdienmodel creëren, is ingewikkeld. Verduurzaming draagt niet of nauwelijks bij aan een beter verdienmodel. De belemmerende factor hierbij is de toenemende regeldruk vanuit de overheid', aldus de portefeuillehouder ruimtelijke ordening.

Hoofdlijnennotitie

Zuid-Holland ontvouwt in de hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw Zuid-Holland het perspectief op een vitale grondgebonden landbouwsector in 2050 en de benodigde stappen om daar te komen. De provincie sluit echter onvoldoende aan bij wat er op dit moment is, vindt Kastelein. LTO Noord heeft hierover een brief gestuurd naar land- en tuinbouwgedeputeerde Adri Bom (CDA).

In Zuid-Holland is bijvoorbeeld een overschot aan akkerbouwmatige teelten en aan dierlijke producten een tekort, stelt de LTO-bestuurder. 'Slechts 5 procent van de boeren en telers levert aan een nichemarkt, de overige 95 procent verdient zijn brood op een andere manier. Daarvoor is te weinig aandacht in de notitie.'

Proefschuur

LTO Noord West wil opheldering van de gedeputeerde Bom hoe de provincie bepaalde zaken wil gaan vormgeven. Het aantal vernieuwers in de provincie is bijvoorbeeld erg klein, volgens LTO Noord. Ze zijn bovendien weinig succesvol, stelt Kastelein.

'Kijk naar de Proefschuur. Dat initiatief was veelbelovend. Maar kon niet rendabel worden. Wij verwachten dat de afzet van landbouwproducten in de regio beperkt zal blijven. Door de coronacrisis zal het bestedingspatroon van de consument gaat krimpen. Mensen willen straks weer een keer op vakantie. Om dat te bekostigen, kiezen ze straks eerder voor goedkopere producten in de supermarkt.'

Niet betrokken

Wat de LTO Noord West-regiobestuurder nog het meest steekt, is dat de landbouw niet bij de totstandkoming van de hoofdlijnennotitie is betrokken. 'Dat stoort mij erg. Begin september wordt dit in de commissievergadering besproken, daarna komt het in de Staten. En wij hebben pas begin oktober een gesprek. Dan is alles al besloten.'