Schothorst: effect ruw eiwitmaatregel beperkt
De regeling om een maximum gehalte aan ruw eiwit te stellen aan voer voor melkveebedrijven heeft maar een beperkt effect op de stikstofbenutting. Wel kan dit ten koste gaan van de productie en de gezondheid van het dier, stelt Schothorst Feed Research (SFR).
Dit onderzoekscentrum heeft verschillende berekeningen uitgevoerd, waarin wordt ingegaan op de gevolgen voor de samenstelling van krachtvoeders en rantsoenen. Volgens SFR is het van belang om naast de totale hoeveelheid eiwit in het rantsoen ook onderscheid te maken in kwaliteit van het eiwit op rantsoenniveau. Denk daarbij aan de eiwitbehoefte voor de pensmicroben (OEB) en de eiwitbehoefte voor het dier zelf (DVE).
SFR berekende met het E-dairy model wat de praktische mogelijkheden en gevolgen zijn van de maatregelen voor ruw eiwitgehalten en stikstofbenutting op rantsoenniveau, het melkureumgehalte en de kosten voor krachtvoer. Er zijn drie typen rantsoenen gebruikt: 100 procent grassilage, 65 procent gras- en 35 procent snijmaissilage en 35 procent gras- en 65 procent snijmaissilage.
Melkproductie
Met name bij grasrantsoenen met een laag ruw eiwitgehalte en snijmaisrijke rantsoenen is het niet mogelijk om behoefte aan OEB en DVE te dekken. Naar verwachting zullen bij deze rantsoenen niet alleen de hoeveelheid voorspelde melkureum dalen, maar ook zal de melkproductie fors onderuit gaan.
Verder zal bij een aantal rantsoenen extra krachtvoer nodig zijn om de dieren voldoende DVE en OEB te verstrekken. Hierdoor wordt niet alleen ruwvoer verdrongen, ook leidt dit tot een forse verhoging van de krachtvoerkosten.
Daarbij verwacht Schothorst dat deze hogere gift zorgt voor meer vervetting, vooral tegen het eind van de lactatie. Dit leidt tot meer stofwisselingsziekten in de veestapel tijdens de droogstand en aan de start van de lactatie.
Droogstaande koeien
Ook in droogstandsrantsoenen met grassilage met een relatief laag ruw eiwitgehalte is volgens Schothorst een beperkte aanvulling met eiwitrijk krachtvoer noodzakelijk. Een te lage eiwitvoorziening heeft een negatief effect op de voeropname gedurende de transitieperiode, op de ontwikkeling van het kalf in de laatste twee maanden van de dracht en de biestproductie. De eiwitvoorziening opvangen met extra krachtvoer is geen optie, dit leidt tot een te hoge energie-opname.
Daarnaast voorziet Schothorst problemen rond de kalveropfok. Voor deze diercategorie is de groei in het eerste half jaar van groot belang voor de ontwikkeling en latere melkproductie, levensproductie en duurzaamheid. Voor deze groei is een minimaal ruw eiwitgehalte van het rantsoen nodig van 210 gram bij spenen dalend tot 150 gram per kilo droge stof op negen maanden. Vooral op de bedrijven met veen- of kleigrond, waar het ruw eiwitgehalte in het krachtvoer beperkt is tot 164 of 171 gram per kilo product zal dit leiden tot verminderde groei en ontwikkeling van de kalveren in het eerste half jaar.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Massey Ferguson 7716 Dyna-6
2017, € 72.500
-
KUHN GF8501T SCHUDDER
Gebruikt, P.O.A.
-
Pottinger TOP 962C dubbele hark
2023, P.O.A.
-
Iseki TM 3267
Nieuw, € 17.550
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %
-
Maandag13° / 9°90 %