Risico op insleep uienziektes via voerresten in drijfmest
Onderzoek naar de mogelijke insleep van uienziektes, zoals fusarium en koprot, door de toepassing van drijfmest en reststromen wijst op risico's voor uientelers. Voerresten in drijfmest zijn volgens onderzoekers gevaarlijker als potentiële besmettingsbron dan goed verwerkte compost en digestaat.
Uien die overschieten, komen via reststromen in voer, vergister of compostering terecht. Is het een risico dat witrot, fusarium, koprot en stengelaaltjes zo terugkeren op een akker met uien? Dat vroegen telers aan uienonderzoekers van Uireka.
Tijdens de Themadag Uien in Dronten in januari zei Chris de Visser van WUR Open Teelten dat het oppassen is met voeruien die in de mestput vallen en zo op percelen terugkomen. Uit onderzoek blijkt dat dit een punt van zorg is. Onderzoekers Bert Evenhuis, Leendert Molendijk en Johnny Visser van Wageningen University & Research volgden de ziekteverwekkers in drijfmest, compostering en vergister.
Aanpassing teeltvoorschriften
Evenhuis vindt de vraag naar het risico van ziekte-insleep uit reststromen terecht gesteld. 'We wisten al dat de overdracht van botrytisschimmels via afvalhopen mogelijk is. Het ministerie paste de teeltvoorschriften daarom aan. We moeten geen groene delen terugvoeren naar de akker en afvalhopen afdekken.'
Mest heeft een minder dodend effect op fusarium
Een gang door het maag-darmkanaal van dieren doodt waarschijnlijk ziektekiemen in uienresten goed, volgens Evenhuis. Maar als schapen of mestkalveren knoeien met hun voer en de uienresten vallen rechtstreeks in de mestkelder, dan kan de ziekteverwekker weleens overleven.
Mesofiele vergisting
In het Uireka-onderzoek keken de onderzoekers naar drie reststromen: via voer en drijfmest, via compostering en via mesofiele vergisting. Mesofiele vergisting haalt een maximale temperatuur van 38 graden Celsius. Bij thermofiele vergisting loopt dat op tot 52 graden. De onderzoekers nemen aan dat als mesofiele vergisting de ziektekiemen voldoende afdoodt, thermofiele vergisting dat zeker ook zal doen.
Bij runderdrijfmest werkten de onderzoekers met voerresten in de mest. Bij de compost gebruikten ze uienafval in de verwerking tot groencompost. Dat laatste gebeurde bij een composteringsbedrijf.
Bokashi
Naar verwerking in bokashi keken de onderzoekers niet. Evenhuis denkt wel dat er een risico is. Bij dit proces is de temperatuursverhoging beperkt. 'Ik herinner me uit eerder onderzoek met bokashi met uienafval dat de uienplanten tussen de aardappelruggen opkwamen. Dan is insleep van ziektes een risico, lijkt me.'
De onderzoekers brachten sclerotiën van witrot en koprot, met fusarium besmette uienresten en stengelaaltjes in netzakjes in mest, compost en vergister. Ze volgden de hergroei van de ziektes en de overleving van de aaltjes op meerdere momenten in de verwerking.
Maximaal 56 dagen
In 2018 en 2019 volgden de onderzoekers de ziekteverwekkers in de vergister. Ze bepaalden de hergroei en overleving op verschillende momenten, met 56 dagen als maximum. Ter vergelijking volgden ze ook de levensvatbaarheid van sclerotiën en stengelaaltjes buiten de vergister bij 38 graden.
Koprot bleek in 2018 na veertien dagen geen uitgroei meer te geven en in 2019 al na één dag. Bij koude bewaring overleeft de schimmel het beste, bij 38 graden ging deze nagenoeg dood in 2018, maar in 2019 bleef hij voor 60 procent overleven. De conclusie kan dus zijn dat vergisting 'onprettig' is voor koprotsclerotiën en dat het meer is dan een temperatuureffect.
Koele omstandigheden
De sclerotiën van witrot bleken onder koele omstandigheden te overleven. In de vergister stierven ze in 2019 na een dag en in 2018 tussen veertien en 28 dagen. Bij fusarium duurde het afdoden in de vergister in 2019 42 dagen. Evenhuis concludeert dat het risico daarmee wat groter is en hoopt dat vervolgonderzoek meer duidelijkheid geeft.
Met stengelaaltjes was het in één dag gebeurd in de vergister. 'Na veertien dagen vonden we geen dode aaltjes meer terug. In het algemeen vonden we geen gevaar voor ziekteverspreiding bij alle ziekteverwekkers in de vergister, met nog wel wat vragen bij fusarium, vandaar het vervolgonderzoek in Uireka 2.0.'
Verspreidingsrisico
Koprotschimmels waren in drijfmest na 42 dagen niet meer aan te tonen. Evenhuis denkt dat het verspreidingsrisico vooral bestaat als drijfmest kort na het morsen van uienafval wordt uitgereden. Op het land vertraagt de afdoding van de schimmel waarschijnlijk.
'Bij witrot was de situatie meer precair. Na veertien dagen was er nog 10 procent uitgroei en na 42 dagen nog 5 procent. We hebben 0 procent niet aangetoond.'
Minder dodend effect
Fusarium bleek na 42 dagen nog 30 procent hergroei te hebben. De mest heeft in de proeven een minder dodend effect dan een verhoogde bewaartemperatuur.
Bij temperaturen boven 60 graden die groencompostering bereikt, bleken de ziekteverwekkers kansloos. 'Bij goed composteren is er weinig risico op ziekte-insleep. Witrot en fusarium geven na tien of negentien dagen geen uitgroei. Bij koprot was er na negentien dagen nog één sclerotium dat uitgroeide. Goed composteren is een slechte omgeving voor ziektekiemen.'
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Kubota B2261 compact traktor tuinbouw traktor maaier
Gebruikt, P.O.A.
-
SOLIS SOLIS 26
2022, € 10.500
-
Massey Ferguson 7S.165 Dyna-6 Efficient
Nieuw, P.O.A.
-
Kubota B2441 + voorlader Compact traktor
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %