Stikstofverwarring

Het fonds meldde twee weken geleden dat het aandeel van de landbouw in de stikstofdepositie 25 procent bedroeg. Het RIVM kwam daarentegen met een aandeel van 45 procent, maar stelde dat bij naar 41 procent.

Reden van de veel lagere uitkomst van het Mesdagfonds is voornamelijk omdat het fonds alle 161 Natura 2000-gebieden in Nederland meeweegt, terwijl RIVM het houdt bij de 130 stikstofgevoelige gebieden. Het Mesdagfonds gaat opnieuw aan de slag met de data en heeft extra computercapaciteit ingehuurd. Het nieuwe onderzoek kan maanden duren.

Donderdag ging het ook over de stikstofberekeningen en wel door de commissie-Hordijk. In opdracht van het ministerie van LNV heeft econometrist Leen Hordijk de RIVM-rekenmethode onder de loep genomen. Hij concludeert op basis van een eerste onderzoek dat de stikstofcijfers van RIVM 'voldoende' zijn, maar de huidige meetmethode is wel toe aan een update.

Zo moet het aantal meetpalen worden uitgebreid in landbouwgebieden. Momenteel wordt op slechts drie locaties in het midden van Nederland de droge stikstofdepositie gemeten. Het RIVM werkte naar eigen zeggen al aan nog twee meetlocaties.

Hoe dan ook, de stikstofverwarring is en blijft groot. De meetmethode klopt en is vergelijkbaar met hoe in omringende landen stikstof wordt gemeten, maar is karig op basis van drie meetpalen. Het gebruik van nieuwe technieken zoals van satellieten is nodig.

Helder is wel dat de belangen van betrouwbare stikstofmetingen voor boeren van levensgroot belang is. De overheid zal alles op alles moeten zetten om duidelijkheid te geven en de garantie dat het nieuwe stikstofbeleid gebaseerd is op informatie die voor iedereen klip-en-klaar is.