Veredeling kan sierteeltproducten compact houden

Siertelers realiseren de compacte groei tot nu toe door plantengroeiregulatoren te gebruiken, licht- en temperatuurregimes te wijzigen of te spelen met bemesting.

'Compactheid als eigenschap zit verspreid over heel wat genen die elkaar op een complexe manier beïnvloeden. Elke plantensoort is bovendien verschillend. Daarom zijn de eerste genetische successen een mogelijke 'game changer' voor de sector', zegt Ellen de Keyser van ILVO.

Een sierplant hoort voor de consument vooral aantrekkelijk te zijn en te blijven. Deze mag daarom liefst niet te groot of grillig worden. Om daarvoor te zorgen, heeft de sector verschillende technieken ter beschikking: spelen met lichtintensiteit en -spectrum, een wisselende dag- en nachttemperatuur en gebruik van chemische groeiremmers. Ook in de klassieke kruisingsveredeling is er aandacht voor compactheid, maar soms met weinig succes.

Vier gewassen

In het onderzoeksproject 'Compacte Planten' van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen is, met steun van de sector, drie jaar geëxperimenteerd in vier sierteeltgewassen waar compactheid een belangrijk kwaliteitscriterium is. Het gaat om viool, osteospermum, sinningia en azalea. Voor drie van de vier typegewassen (viool, sinningia en osteospermum) konden onderzoekers effectief compactere planten realiseren.

De onderzoekers maken zich er sterk voor dat de toegepaste veredelingstechniek op termijn in staat is om het gebruik van groeiregulatoren in de sector met 50 procent te reduceren. 'Dat zou een zeer significante economische én ecologische winst kunnen opleveren voor de sierteeltsector', zegt De Keyser.

Tijdens de komende Florall-beurs op 3 maart in Waregem, een stad in West-Vlaanderen, demonstreren de onderzoekers de resultaten. En ze nodigen siertelers uit om ook proeven te doen met andere sierteeltgewassen.