Klimaat verandert focus op uienveredeling

'Waar we ons voorheen vooral richtten op opbrengsten per hectare, kijken we nu veel meer naar aspecten als duurzaamheid en een gezond eindproduct. De focus van uienveredelaars ligt nu meer op resistenties, wortelgestel, huidvastheid, hardheid en spruitrust. De opbrengst en dan met name de netto-opbrengst per hectare blijft daarbij nog steeds wel belangrijk.'

Van den Hemel, manager breeding bij De Groot en Slot, sprak vorige week over de ontwikkelingen in de wereldwijde uienveredeling tijdens het Quality inside Onion Symposium in Creil. Dit evenement was georganiseerd door de zaadfirma's Bejo en De Groot en Slot in samenwerking met plantuienverwerker Broer BV.

85 procent hybriden

Bejo en De Groot en Slot vertegenwoordigen wereldwijd 198 variëteiten in een groot aantal uiensegmenten, meldt Van den Hemel. Van alle rassen is inmiddels 85 procent een hybride. Het streven is om dit geleidelijk uit te breiden naar 100 procent. Het veredelingsteam voor uien van beide zaadfirma's bestaat uit veertien veredelaars. Daarvan werken er zes buiten Nederland. In maar liefst 34 landen worden veredelingsproeven uitgevoerd.

Voor resistentieveredeling maken de veredelaars van De Groot en Slot gebruik van natuurlijke bronnen. Van den Hemel legt uit dat bij uien veelal sprake is van tolerantie tegen ziekteverwekkers en nooit 100 procent resistentie. 'De teelt van een resistent ras geeft geen volledige garantie dat een gewas niet ziek kan worden. Bovendien stopt resistentieveredeling nooit, omdat ook ziekteverwekkers zich blijven ontwikkelen.'

De Groot en Slot brengt diverse uienrassen op de markt die een bepaalde mate van resistentie hebben tegen onder meer fusarium, pinkroot en ook valse meeldauw. Van den Hemel benadrukt dat bij de resistentieveredeling geen gebruik wordt gemaakt van genetische modificatie. 'Al onze resistente rassen zijn geschikt voor de gangbare teelt, maar zeker ook voor biologisch. Overigens volgen we de ontwikkeling van nieuwe veredelingstechnieken, zoals Crispr-Cas, wel met belangstelling.'

Extreme omstandigheden

Voor de veredeling op kwaliteitsaspecten en sterke groeieigenschappen vertelt Van den Hemel over selectie onder extreme omstandigheden. 'Wij voeren rassenproeven uit bij hoge ziektedruk, op droge of juist natte gronden en bij heet en ook koud weer. Dan selecteren we op wortelstructuur, loofgroei, de dikte van de nekken, de huidkwaliteit en de uniformiteit van de uien.'

In een speciaal veredelingsprogramma voor plantuien worden volgens Van den Hemel ook weer specifieke eigenschappen meegenomen. 'Voor plantuien is een hoog drogestofgehalte belangrijk vanwege de verwerking. Verder zoeken we vroegheid en rassen met een goede beworteling en ook rassen die we voor het groeiseizoen nauwelijks hoeven te prepareren.'