Franse melkveehouderij meest concurrerend

In het onderzoek, dat voor het vijfde opeenvolgende jaar werd uitgevoerd, worden de 13 grootste melkproducerende landen met elkaar vergeleken op basis van veertig concurrentiefactoren. In 2018 verloren zowel Frankrijk als Nederland punten in de internationale vergelijking. Nederland verloor 27 punten, Frankrijk 11. Hierdoor eindigen de Fransen met 660 punten hoger dan de Nederlanders (647 punten). Nieuw-Zeeland steeg juist 26 punten in vergelijking met 2017 naar 634 punten en staat op de derde positie.

Na Nieuw-Zeeland volgen Ierland (603 punten), Duitsland (568 punten), Denemarken (527 punten), Polen (444 punten), Verenigde Staten (442 punten), Italië (436 punten), Verenigd Koninkrijk (405 punten), Australië (378 punten), Argentinië (351 punten) en Brazilië (334 punten).

In het onderzoek wordt onder meer gekeken naar macro-economische omstandigheden, de beschikbaarheid van hulpbronnen, het melkproductiepotentieel, het organiserend vermogen van de sector, technische expertise en de toegang tot nieuwe markten. In deze landen werd bij elkaar meer dan 294 miljard liter melk geproduceerd. Dat is 1,6 procent meer dan in de jaren ervoor.

Steeds competitiever

Volgens FranceAgrimer wordt de markt steeds competitiever. Een goed imago, goede kwaliteit, onderzoek en diergezondheid zijn niet meer alleen bepalend voor een goede concurrentiepositie. Dierenwelzijn wordt in delen van de markt een steeds belangrijker argument in de aanschaf van zuivelproducten.

Over Nederland rapporteert FranceAgrimer dat 2018 het tweede achtereenvolgende jaar was waarin de melkproductie daalde. De impact van de veehouderij op het milieu en grondwater zijn in Nederland een beperkende factor voor de sector en het gebruik van kunstmest staat onder druk. Wel heeft Nederland een sterke positie in nieuwe, veelbelovende exportmarkten.