Lokaal sensorennetwerk meet luchtkwaliteit

De initiatiefnemers willen met het project de werkelijke emissies in de omgeving in beeld brengen. Dit biedt kansen voor ondernemers, omdat ze met gemeten waarden hun maatregelen beter kunnen onderbouwen. En inwoners krijgen inzicht in de luchtkwaliteit in hun leefomgeving. In de praktijk worden vergunningen verleend op basis van rekenregels en modellen.

Zorgen van inwoners over geurhinder en mogelijke gezondheidseffecten van fijnstof uit stallen vormen de aanleiding voor het project. De gemeente geeft zo invulling aan een motie van Sint Anthonis Nu en de VVD in de gemeenteraad. Een groep inwoners met een technische achtergrond wil een fijnmazig netwerk van sensoren opbouwen dat continu de luchtkwaliteit monitort. Deze technici hebben zich verenigd in de Vereniging Burgerwetenschappers Sint Anthonis.

Het bedrijf Connecting Agri en Food uit Uden gaat veldonderzoek doen met de sensortechnologie. Doel: kennis opdoen om de resultaten van het geplande meetnetwerk goed te kunnen interpreteren.
De luchtkwaliteit zal in een klein gebied bij veehouders en bewoners worden gemonitord. De onderzoekers beginnen met fijnstof. De resultaten worden afgestemd met het RIVM, de rijksdienst die verantwoordelijk is voor de officiële luchtkwaliteitsmeting.

Betere vergunningverlening

Volgens de initiatiefnemers is de ontwikkeling van een meetnetwerk op basis van sensortechnologie ook interessant voor andere plaatsen in de regio of de provincie. De werkelijke meting van geur, stof en ammoniak kan leiden tot een betere vergunningverlening. Het project krijgt daarom ondersteuning van de regio Noordoost-Brabant en provincie Noord-Brabant.

'We zien het als een kans om het vertrouwen van burgers te herstellen en te behouden', beargumenteert Jos Verstraten de deelname van de lokale agrarische sector. De voorzitter van afdeling Sint Anthonis weet dat als vergunningen van veehouders in orde zijn, burgers toch kunnen ervaren dat het stinkt. 'Als uit het onderzoekt blijkt dat het aan de beleving ligt, kan de beleefde overlast mogelijk makkelijker geaccepteerd worden.'

Gemeente, agrariërs en burgers verwachten in het eerste kwartaal van 2020 te kunnen beginnen met de metingen.