'Elke boer moet kans krijgen als energieproducent'

'We moeten overal aanschuiven met onze gebiedskennis, want anders wordt er straks over ons beslist', stelt Van Schie, die deze week een ronde maakte langs de provinciale besturen. Maandag werd als eerste in Noord-Holland de lijn van LTO Noord doorgesproken, dinsdag gevolgd door Utrecht en woensdag in Zuid-Holland.

Van Schie proeft in het veld steeds meer dat het structureel afwijzen van elke vorm van zonne-energie op land of de bouw van kleinschalige windturbines geen haalbare kaart is. 'Een starre houding hierin is ook nog eens sociaal onwenselijk, want met zo'n opstelling profiteren straks slechts enkele partijen van grootschalige projecten en blijft de rest met lege handen zitten.'

Duurzame energieproducent

Elke boer moet de kans krijgen om als duurzame energieproducent te opereren, vindt Van Schie daarom. 'Dat kan dus met kleinschalige windturbines, maar ook met zonnepanelen op een verloren hoekje of op het bouwblok.'

De LTO-bestuurder beseft daarmee een scherpe stelling neer te leggen bij de landbouwvertegenwoordigers. 'Het leverde in de eerste ronde dan ook al uiteenlopende reacties op. Maar het is goed om die discussie open te gooien, want intussen gaan ontwikkelingen op het vlak van wind- en zonne-energie wel gewoon door.'

Productiegrond

Wel vindt Van Schie dat zon op land pas aan de orde komt als alle andere opties niet volstaan. 'LTO Noord staat pal voor behoud van agrarische productiegrond. Dus pas als alle ruimte op daken van bedrijven en parkeerplaatsen is gebruikt, kan naar alternatieven worden gekeken.'

Nieuwe initiatieven voor zonne-energie moeten ook integraal worden opgepakt, vindt de bestuurder. 'LTO Noord kan daarin ook een faciliterende rol spelen. Daar waar er economische kansen liggen voor duurzame energie, moet dat niet voorbehouden blijven aan enkele grote commerciële partijen.'

Dat maakt ook dat sociale cohesie bewaard blijft, stelt Van Schie. 'De inpasbaarheid van zonnepanelen moet wat mij betreft niet alleen landschappelijk en ecologisch worden getoetst, maar dus ook lokaal economisch.'