Warme lucht rekent af met valse meeldauw

De ziekte valse meeldauw mag absoluut niet in het plantgoed van tweedejaars plantuien zitten. Sinds 2019 mag de teler een nieuwe ontsmettingsmethode in de bewaring toepassen: de warmeluchtbehandeling. NAK, DLV Advies en Wageningse onderzoekers zijn enthousiast. Het werkt goed, mits de teler de behandeling precies volgens protocol uitvoert.

Warme+lucht+rekent+af+met+valse+meeldauw
© Jorg Tönjes

Sjaak Twisk loopt met trots door zijn perceel eerstejaarsplantuitjes. Het is een intensieve teelt, waar specialistische kennis bij nodig is. De rijen staan dichter opeen en de zaadjes zijn dichter in de rijen gezaaid dan bij gewone zaaiuien. Het betreft biologische uitjes. Onkruidbeheersing gaat met de hand. De eerste vroege rode plantuitjes komen aan de maat. 'Zo groot is ideaal', zegt Twisk. 'Als ze 2 centimeter dik zijn.'

Twisk teelt de uitjes als eigen uitgangsmateriaal en voor anderen. Om gecertificeerd uitgangsmateriaal te hebben, is de eis van de keuringsdienst NAK dat er geen valse meeldauw in zit. Twisk is de eerste teler die een nieuwe ontsmettingsmethode toepast.

Met de specialisten Frans Claassen van de Naktuinbouw, Harrie Versluis van DLV Advies en Bert Evenhuis van Wageningen University & Research (WUR) werkten ze de behandeling met warme lucht tegen de valse meeldauw uit. Het resultaat is dat die methode dit jaar erkend is.

Bijvangst van de methode is dat koprot wordt bestreden

Vernietiger

Twisk is zelf heel kritisch op de werkwijze. 'Die ziekte heet niet voor niets destructor, of vernietiger. Eén besmet uitje in je uitgangsmateriaal en het kan al enorme schade aanrichten in een gewas. Valse meeldauw komt ook in de buitenlucht voor, maar we willen het in ieder geval niet in de eerstejaarsplantuitjes hebben. Daarbij vinden we 99,9 procent vrij van valse meeldauw nog niet genoeg.'

Versluis vindt het een vooruitgang dat de warmeluchtbehandeling direct na drogen en inschuren gebeurt. 'Telers werkten eerst met een warmwaterbehandeling, het koken van plantgoed noemden we dat. Dat heeft als nadeel dat de uitjes slechter bewaarbaar waren. Het gebeurde daarom pas in het voorjaar.' Twisk zegt dat de effectiviteit van de warmeluchtbehandeling daardoor mogelijk nog wat groter wordt. 'We doden de ziekte zo al in de kiem.'

Sjaak Twisk en Harrie Versluis van DLV Advies in de baby-uitjes.
Sjaak Twisk en Harrie Versluis van DLV Advies in de baby-uitjes. © Jorg Tönjes

De grens opzoeken

Met de warmtebehandeling zoeken de telers de grens op, door de ziekte te doden en het plantgoed zo vitaal mogelijk te houden. De klimaatcel van Twisk is goed geïsoleerd met de mogelijkheid om de lucht gelijk te verdelen over alle kisten die erin staan. Hij brengt de partij in vijf dagen naar 42,5 graden en houdt de hele partij daarna tenminste 24 uur op 41,5 graden en 80 procent luchtvochtigheid. Dan weet hij zeker dat de schimmel in alle bolletjes gedood is.

Bij de goede luchtverdeling komt de kennis van Versluis van pas. Twisk maakt de partij eerst luchtdroog, dan kan hij de hele cel behandelen volgens het protocol. Versluis: 'Om de agressieve ziekte 100 procent te pakken, is de maximale temperatuur van 42,5 graden bij de beste luchtverdeling nodig. We blazen die lucht via de kistenpallet de cel in. De cel is ook nog uitgevoerd met vloerverwarming, omdat we zeker willen zijn dat het egaal warm wordt.'

Voor de valse meeldauw is de hoogste temperatuur nodig. Een andere ziekte die de methode doodt, is koprot. Daarvoor is een verhitting tot 39,5 graden al genoeg. Het is een mooie en belangrijke bijvangst, als de teler tegelijk deze probleemziekte uit het plantgoed blaast.

Warmte uit koeling verse knoflook wordt gebruikt bij verwarming.
Warmte uit koeling verse knoflook wordt gebruikt bij verwarming. © Jorg Tönjes

Energievriendelijke opzet

Maatschap Twisk heeft bij de bouw van de bewaring voor een opzet gekozen die energievriendelijk is. De warmte die vrijkomt bij de koeling van verse producten, gebruikt Twisk weer bij de verwarming van de partijen plantgoed die hij ontsmet. Zonnepanelen leveren elektriciteit voor het systeem. Alles bij elkaar is het energiegebruik laag en de effectiviteit maximaal.

Versluis zegt dat veel bewaringen geschikt zijn te maken voor dit systeem. 'Het belangrijkste is dat de luchtverdeling perfect is. Je kan dus wel een oudere bewaring hebben, als dat maar in orde is. Wat je nodig hebt zijn goede ventilatoren en kachels. Geen propaankachels, want die verwarmen niet egaal', vertelt hij.

'Hier gebruiken we warmtewisselaars op basis van water, zoals we dat in de bloembollensector veel zien. Bij hyacinten gebruiken de telers ook dit soort methodes met kritische temperaturen. Wij kijken als uiensector dan ook naar de oplossingen die de bollenteelt voor ziekteproblemen bedenkt.'

Begin juli komen de vroegste rode plantuitjes al goed aan de maat.
Begin juli komen de vroegste rode plantuitjes al goed aan de maat. © Jorg Tönjes

Beoordeling is lastig

De beoordeling van de nieuwe methode van ontsmetten is lastig. Volgens Twisk is één besmette plant op 6 hectare al een potentieel probleem. Om te checken of in een partij nog levensvatbare valse meeldauw aanwezig is, heeft het lab een bijzonder nauwkeurige en betrouwbare test nodig. Onderzoeker Bert Evenhuis van WUR combineerde daarvoor twee detectiemethodes. De PCR-test moet alleen levende valse meeldauw opsporen in het loof van de uitjes.

Collega's van Twisk volgen de ontwikkelingen met interesse. Carel Bouma zette het onderzoek in werking via de begeleidingscommissie van de NAK. Alle partijen, inclusief de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, staan achter de methode. 'We kunnen er nu voor staan dat er geen primaire besmettingsbron meer in de uitjes voorkomt. Het is in ons gemeenschappelijk belang een gezond gewas te telen. Het is bruikbaar voor gangbare en biologische telers. Het wordt snel overgenomen door de telers', stelt Twisk.

Kleine haard al gevaarlijk bij valse meeldauw
Uienplantgoed moet vrij zijn van valse meeldauw, zo staat in de Regeling bestrijding schadelijke organismen. Verdachte partijen uitjes kunnen een warmwaterbehandeling volgens het protocol van de keuringsdienst Naktuinbouw krijgen. In 2019 mogen de uitjes ook een behandeling met warme lucht krijgen. Dan is er minder risico op kruisbesmetting met andere ziektes dan valse meeldauw. En de uitjes verkleuren minder. Ieder uitje in de partij moet na de behandeling vrij zijn van de ziekte. Daartoe stelt de teler de vooraf gedroogde uitjes gedurende tenminste 24 uur bloot aan een temperatuur van minimaal 41,5 graden bij een luchtvochtigheid van minimaal 80 procent. Valse meeldauw (Peronospora destructor) kan snel grote delen van percelen infecteren en vernietigen. Vanwege dat destructieve karakter van de ziekte is de tolerantie voor de schimmel in een partij plantgoed nul.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer