Paddenstoelenvoorzitter positief over toekomst

Is de paddenstoelensector in gedrang, zoals uw voorganger Ko Hooijmans heeft gezegd?

'Nee, daar ben ik het niet mee eens. De paddenstoelensector staat onder druk, maar er zijn zeker toekomstmogelijkheden. Het is waar dat wij tien à vijftien jaar geleden het grootste paddenstoelenproducerende land in Europa waren en dat Polen die positie heeft overgenomen. We moeten wel oppassen dat we een kritische massa behouden om ons bestaansrecht in de toekomst te verzekeren.

De innovatie zal vooral van de toeleveringsbedrijven moeten komen

Tom van Wijk, voorzitter LTO-vakgroep Paddenstoelenteelt

'Het aantal kwekers is afgenomen tot onder de honderd, maar dat wil nog niet zeggen dat de sector sterk onder druk staat. Schaalvergroting vindt in de hele land- en tuinbouw al decennia plaats, ook in deze sector.'

Prijzen staan wel onder druk, terwijl telers te maken hebben met hogere kosten voor huisvesting, arbeid, grondstoffen en duurzaamheid.

'De hele land- en tuinbouw heeft hiermee te maken. Niet voor niets heeft landbouwminister Carola Schouten hier onlangs iets over gezegd. Ko Hooijmans heeft hiervoor aandacht gevraagd, maar dat heeft nog een te beperkt effect gehad.

'Dat de prijs nauwelijks stijgt, komt doordat we in een markt met open concurrentie zitten. Van de productie in Nederland wordt 75 procent geëxporteerd en dan vooral naar Engeland, Frankrijk en Duitsland. Daar is de trend van local for local sterk opgekomen.'

Wat is de kracht van de Nederlandse teelt ten opzichte van de Poolse?

'De kracht van de Nederlandse teelt ligt in de bundeling: Nederland is een centrum met Wageningen University & Research, toeleverende industrie, telers en verwerkingsbedrijven. Er zijn korte lijnen tussen deze partijen. Dat heeft Polen niet, maar we moeten in Nederland wel streven, en daartoe worden we ook gedwongen, de handen ineen te slaan. Dat gaat echter niet gemakkelijk.'

Moet de sector meer innoveren?

'Ik denk dat de innovatie niet zozeer uit de primaire sector moet komen, maar uit de periferie, bij de toeleveringsbedrijven vandaan. Dat zag je ook op de Champignondagen die in mei in Den Bosch zijn gehouden. Daar toonde de industrie andere vormen van stellingen en ergonomische verbeteringen die mogelijk tot kostenverlagingen leiden.

'Maar met alleen kostenbesparingen gaat de sector het niet redden. We moeten ook andere positieve stappen zetten, bijvoorbeeld in de veredeling. Kijkend naar de zaadveredeling in de tuinbouw zouden in onze sector ook zulke stappen moeten worden gezet.'

Wat zijn uw speerpunten?

'Op het gebied van arbeid moeten wij weer in rustig vaarwater komen en kijken waar we met zijn allen naartoe willen, rekening houdend met de inkomenspositie van telers. Daarnaast hebben we de kringlooplandbouw in de sector voor 99 procent gesloten. Champost is een prachtig product en we moeten de discussie of we dat voor bodemverbetering kunnen gebruiken, afronden en daarvoor wettelijke regels opstellen. Daar moeten we op niet al te lange termijn kunnen uitkomen als je bekijkt hoe onze minister hiermee bezig is.'

Hoe kijkt u naar de toekomst van de sector?

'De sector voldoet feitelijk volledig aan de regels van de kringlooplandbouw, wat we graag met elkaar willen. Daarmee heb je als sector absoluut een toekomst. Of dit een garantie is dat de sector dezelfde omvang behoudt, is de vraag. Die omvang moeten we wel houden, zodat we niet in de gevarenzone komen en de periferie bereid blijft om te innoveren en te investeren in de sector.

'De teelt zal niet gelijk verdwijnen, maar de kracht die je nu nog hebt in kennis, kunde en ontwikkeling, komt dan onder vuur, waardoor je niet meer de regie hebt.'