'Verfijning eiwitoptimalisatie goed mogelijk'

Eiwit van eigen land is in. Heel wat zuivelondernemingen en voerfirma's adviseren melkveehouders rond dit onderwerp. 'Binnen deze masterclass willen we juist focussen op álle thema's die spelen. Dat kan meer zijn dan bijvoorbeeld een voeradvies. Zo heeft eiwitefficiëntie ook in de fokkerij aandacht. Hoeveel voer is er nodig voor een kilo melk? Niet iedere koe is even efficiënt', stelt Rik Vlemminx, projectleider van de Masterclass Eiwit.

Vlemminx merkt dat eiwitoptimalisatie leeft onder melkveehouders. 'Uit regionale bijeenkomsten kwam naar voren dat ondernemers het niet altijd gemakkelijk vinden om het doel van 65 procent eiwit van eigen land te realiseren. Daarbij hebben ook andere vraagstukken invloed op de eiwitwinning. Denk aan biodiversiteit, ammoniak, fosfaat en de CO2-footprint. Het is daarom belangrijk om te kiezen voor een integrale benadering.'

Volgens Vlemminx zorgt die integrale benadering ervoor dat ondernemers alle mogelijkheden in de smiezen krijgen. 'Bij deze aanpak ligt de focus op de optimalisatie van de hele kringloop. Dit leidt tot bewustwording als het gaat om die kringloop. De melkveehouder kan op basis van de Kringloopwijzer zien hoe zijn bedrijf ervoor staat. Vervolgens kan via de Masterclass Eiwit verdieping, en daarmee verbetering, worden bereikt.'

Pilotbijeenkomsten

In maart draaiden de eerste drie pilotbijeenkomsten, in samenwerking met de Vereniging voor Bedrijfsontwikkeling van de Rundveehouderij in Flevoland. Hierbij lag de focus op voeding.

Adviseur Jaap Gielen van Countus Accountants en Adviseurs begeleidde de bijeenkomsten projectmatig. De inhoudelijke begeleiding was in handen van Ben Braakman van Nutrivice. Gielen signaleert dat er in Flevoland zeker uitdagingen liggen.

'Het driejarig gemiddelde inclusief het droge jaar 2018 ligt op 53 procent eigen geteeld eiwit. Inclusief de regiocontracten is de schatting dat 60 procent wordt gehaald. Dit komt mede doordat de intensiteit daar wat hoger is dan gemiddeld in ons land', zegt Gielen.

Eigen aandachtspunten

'Ieder gebied heeft zijn eigen aandachtspunten. In bijvoorbeeld de veenweiden is er voldoende gras, maar moet er genoeg energie worden gevoerd, waardoor dit eigen eiwit uit gras ook optimaal wordt benut. Dat is het mooie van dit project. Bijna iedereen kan verbeteren, met inzet van vakmanschap.'

Gielen en Vlemminx zien twee knoppen om op te sturen. 'Hoe zorg ik dat ik zoveel mogelijk voer van het eigen land haal' is de ene. De andere draait erom dat een ondernemer met zo min mogelijk eiwit in het rantsoen de melkproductie op orde houdt. 'Daar is ook financieel gezien winst te behalen. Melkveehouders zijn hier al jaren succesvol mee bezig', stelt Gielen.

'Nu gaat het erom dat ze van een 8 een 9 maken. Voor Flevoland kan dat bijvoorbeeld door samen te werken met een akkerbouwer in de regio en tarwe in te zetten als krachtvoervervanger.' Vlemminx vult aan: 'Tarwe staat misschien niet bekend als een eiwitrijk product, maar het bevat wel eiwit. Daarmee zou dit gewas ook prima binnen de regionale kringloop passen. Maar het is maatwerk en regioafhankelijk.'

Veel interesse

Vlemminx ziet bij de aanmeldingen dat veel melkveehouders interesse hebben in eiwitoptimale voeding, eiwitbeweiding en de optimalisatie van gras- en maisteelt.

'Ik denk dat ze daarmee het snelst voldoende winst weten te behalen. Gras is een stabiel gewas en bedrijven zijn hierop ingericht. Men heeft vaak weinig kennis van alternatieve eiwitgewassen. Toch verwacht ik dat er ook slagen te maken zijn met gewassen als veldbonen en wellicht op termijn soja.'