Hoog kalversterftecijfer verlaagd na darminfectie

Familie Brakenhoff werkte altijd heel schoon, maar toch hadden de pasgeboren kalveren last van diarree. 'Zowat alle dieren kampten ermee', zegt Peter Brakenhoff. 'Het bleef maar terugkomen.' In 2016 stierven 22 van hun 120 kalveren. De kalversterfte lag op 18 procent. De familie besloot om samen met de dierenarts uit te zoeken wat het exacte kalverprobleem was. Een rota- en coronavirusinfectie bleek de oorzaak.

'Dat onderzoek was heel waardevol. We zijn zieke dieren toen heel gericht gaan behandelen met elektrolytenpoeder en een poeder op basis van kruiden. Hun darmwand herstelde en de kalfjes knapten op', vertelt Brakenhoff. In 2017 daalde de kalversterfte naar 15 procent en in 2018 lag het op 6 procent. Dit had nog lager kunnen zijn, maar helaas kreeg een aantal koeien neospora en verwierp daardoor het kalf.

'Laat je niet ontmoedigen'

Met de juiste aanpak kan een probleembedrijf binnen een half jaar de kalversterfte terugbrengen van ruim 20 naar 12,5 procent, stelt dierenarts en jongveecoach Siert-Jan Boersema. 'Laat je dus niet ontmoedigen door een hoog sterftecijfer, zeker niet nu er veel gaande is in de media. Kijk samen met je dierenarts waar op jouw bedrijf de schoen wringt.'

De praktijk waar Boersema werkt, Dierenkliniek De Rijp, telt 180 melkveehouders als klant. Vijf boeren werken momenteel aan een plan van aanpak, omdat de kalversterfte volgens KalfOK te hoog was. 'We treffen er geen sterk verwaarloosde dieren aan, maar zien vaak dat het jongvee niet goed groeit.'

Drie gouden regels

Bij terugdringing van de sterfte hanteert de dierenarts drie gouden regels. Allereerst dienen de omstandigheden in de droogstand optimaal te zijn. 'De voeding en mineralenvoorziening van drachtige koeien is van invloed op de ontwikkeling van de darmen van het kalf en daarmee de biestopname', legt hij uit.

De juiste biestverstrekking is de tweede regel van Boersema. 'Het is pittig om 's nachts een pasgeboren kalf verse biest te verstrekken. Maar doe het wel. En verstrek de eerste vier dagen eigen moedermelk.' De derde gouden regel is een goede verzorging en hygiëne van het pasgeboren dier. 'De kans van slagen valt of staat met de motivatie en discipline van de veehouder', besluit Boersema.

Prioriteit

Familie Brakenhoff geeft hun kalveren dan ook prioriteit. Na het afkalven, melken ze de koe in het strohok op de ketel, zodat het kalf meteen verse biest krijgt. Van alle koeien laten ze biest onderzoeken, de beste biest vriezen ze in. Ook treffen ze hygiënemaatregelen in de kalveriglo's. Zodra een kalf de iglo verlaat, maken de veehouders deze grondig schoon. Ze zijn blij met de lage kalversterfte. 'Het geeft een trots gevoel.'