Melkveehouderij moet aan de bak met ammoniakemissie

De melkveehouderij moet flink aan de bak om de ammoniakemissie te reduceren. Anders dreigt de onwikkelruimte in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) definitief op te drogen. Ervaringen uit de proeftuinen Veenweiden en Natura 2000 Overijssel laten zien dat die reductie best mogelijk is, als de sector alles op alles zet.

Melkveehouderij+moet+aan+de+bak+met+ammoniakemissie
© Nieuwe Oogst

Het Europese Hof van Justitie oordeelde in november vorig jaar dat Nederland het PAS mag blijven inzetten bij het afgeven van NB-wetvergunningen aan veehouderijbedrijven. Het Hof eiste ook dat met voldoende zekerheid moet vaststaan dat de onder het PAS afgesproken maatregelen ook daadwerkelijk leiden tot de afgesproken emissiereductie.

Dat laatste is nog nog niet het geval. Veel melkveehouders hebben sinds 2015 ontwikkelruimte gekregen dankzij het PAS. Bij deze ontwikkelruimte is een voorschot genomen op de tegenprestatie: een reductie van 10 miljoen kilo ammoniakemissie in 2030 ten opzichte van 2013. Van deze reductie is netto nog niets gerealiseerd. Doordat de melkveestapel sinds 2015 is gegroeid, is de ammoniakemissie zelfs met ruim 2,5 miljoen kilo gestegen.

Weinig vertrouwen

'Dit zal bij menig toetsende rechter weinig vertrouwen wekken, als hij de eisen van het Europese Hof betrekt. Het gevaar bestaat dat hierdoor de ontwikkelruimte in het kader van de PAS opdroogt en dat NB-wetvergunningen bij toetsing door de rechter onderuitgaan', zegt Andries Middag, regiomanager bij LTO Noord.

Er is vooral ingezet op technische maatregelen, zoals emissiearme vloeren en luchtwassers

Andries Middag, regiomanager bij LTO Noord

Middag is ook verbonden als adviseur aan het project 'Proeftuin Veenweiden', een project waarin honderd melkveehouders in het veenweidegebied de ammoniakemissie op hun bedrijf reduceren.

In het project werken LTO Noord, Wageningen University & Research en een aantal adviesbureaus samen. In Overijssel loopt sinds 2011 het project 'Proeftuin Natura 2000 Overijssel', waarin melkveehouders, LTO Noord en deskundigen eveneens kijken hoe de ammoniakemissie kan worden teruggedrongen.

Probleem opgelost

'Als alle melkveebedrijven hun ammoniakemissie met ongeveer 25 procent weten te reduceren, is het probleem opgelost. En dat blijkt mogelijk, zo hebben ervaringen uit de proeftuinen inmiddels geleerd', zegt Middag. 'Maar dan moet de sector wel alles op alles zetten.'

Tot nu toe is dat nog niet gebeurd. 'Er is vooral ingezet op technische maatregelen, zoals emissiearme vloeren en luchtwassers.' Dat lijkt op papier goed. Ze zijn in theorie te borgen, maar in de praktijk valt de emissie tegen. 'Managementmaatregelen, die veelal ook nog positief uitpakken voor het bedrijfsinkomen, zetten meer zoden aan de dijk. Probleem hierbij is dat de borging hiervan juridisch gezien nog niet goed is geregeld.'

Veldemissies

Ervaringen in de proeftuinen hebben geleerd dat de helft van de bedrijfsemissies van ammoniak veldemissies zijn. Deze zijn via het verdunnen van de mest te reduceren. Bij een sleepvoetbemester gaat het bij een verdunning van één deel water op twee delen mest om 40 procent emissiereductie. Daarmee wordt in één klap meer dan 3 miljoen kilo emissie voorkomen.

Ook op zandgronden wordt er nu al veel verdund uitgereden. Hieraan is nog niet gemeten. Maar daar is waarschijnlijk ook nog tussen de 15 en 25 procent emissie te reduceren. Dat komt ruwweg overeen met 2,5 miljoen kilo ammoniak.

Bij het mest uitrijden liggen ook nog onbenutte kansen. Door op het juiste moment mest uit te rijden, onder niet-drogende weersomstandigheden, is het mogelijk nog 1 miljoen kilo te realiseren.

Totaal Ammoniakaal Stikstof

Het verlagen van de hoeveelheid Totaal Ammoniakaal Stikstof (TAN) via voermaatregelen met 10 procent leidt tot een evenredige emissiereductie voor zowel stal als veld.

Met name eiwitarmer voeren kan het TAN-gehalte verlagen. Afhankelijk van het type bedrijf kan het TAN-gehalte tot 40 procent worden verlaagd. Hier is in totaal ruwweg ook 5 miljoen kilo ammoniak mee te realiseren.

Voor de borging van het TAN-gehalte is door de Proeftuin Natura 2000 een wetenschappelijk onderbouwde systematiek uitgewerkt. 'Zowel de melkveehouder als zijn voerleverancier is hier aan zet', aldus Middag.

Extra weidegang

Ook extra weidegang draagt bij aan minder emissie in stal en veld. Het reductie-effect van meer dan 720 uur weiden is ongeveer 1 miljoen kilo ammoniak. De Proeftuin Veenweiden werkt aan een goedkope borging van extra weidegang.

Met deze maatregelen is in potentie 12 miljoen kilo emissiereductie te realiseren zonder dure stalmaatregelen. 'Voorwaarde is dan wel dat alle melkveehouders stappen zetten', zegt Middag.
Vanuit de bestaande proeftuinen wordt dan ook gedacht aan een landelijke proeftuin. Een en ander zou kunnen via Duurzame Zuivelketen. 'Maar daar ligt de focus voorlopig vooral op het beperken van broeikasgasemissies.'

Proeftuin Natura 2000
Proeftuin Natura 2000 werkt sinds 2011 met veehouders en Wageningen University & Research aan het behoud van ontwikkelingsmogelijkheden voor veehouders om Natura 2000-doelen te halen. Emissiereducerende maatregelen zijn uitgewerkt en geborgd. Begonnen in Overijssel zijn ervaringen en resultaten inmiddels landelijk van meerwaarde. Sinds 2016 wordt via nieuwe deelprojecten de focus gelegd bij het ontwikkelen van meer handvatten voor melkveehouders om de ammoniakreductie op hun bedrijf te verminderen. Eerder opgedane kennis krijgt een vervolg. Zo is een AmmoniakCheck ontwikkeld en het verdunnen van mest met water bij de sleepvoet onderbouwd.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer