Fors water besparen met druppelirrigatie

Meeuwissen startte met druppelirrigatie in overleg met de afnemer van zijn aardappelen, Lamb Weston/Meijer. Hij schafte een installatie aan voor 5 hectare, deels met een POP3-subsidie.

Een van de redenen voor de aanschaf was om burgers te laten zien dat akkerbouwers duurzaam bezig zijn door veel minder water te gebruiken voor beregenen. De ondernemer vindt het ook zelf een voordeel dat er met druppelirrigatie veel minder water verdampt dan met een haspel.

IJzergehalte

Druppelirrigatie kan niet overal. Vooral het ijzergehalte van het water is belangrijk. Als dat te hoog is, raken de irrigatieslangen verstopt. In de waterputten die Meeuwissen gebruikt, is het ijzergehalte niet te hoog.

De akkerbouwer legt de slangen niet tussen alle aardappelruggen, maar om en om. 'Elke rug werkt beter, maar dan zijn er veel meer slangen nodig.'

Water en stroom

Druppelirrigatie kan alleen als een waterbron en stroom op korte afstand aanwezig zijn. Meeuwissen huurt veel aardappelland. Op veel huurpercelen is geen water of geen stroom beschikbaar. Die percelen vallen af. In een aantal situaties kan hij een kabel leggen naar het erf van de verhuurder. Hij plaatst er dan een meter tussen die het stroomverbruik vastlegt.

'We bekijken elk jaar welk perceel geschikt is en waar stroom en een waterbron zijn. De reden om een perceel te kiezen, kan ook zijn dat het niet recht is of dat het grenst aan buren die er hinder van kunnen hebben. We willen geen problemen met buren die water over zich heen krijgen of zich storen aan het geluid van een trekker voor de haspel.'

Twee tot drie uur

Dit jaar koos de akkerbouwer een perceel van 1,5 hectare. Het leggen van de slangen met alles wat erbij komt, kost twee tot drie uur per hectare. De slangen moeten gelijk na het poten van de aardappelen worden gelegd. Als het gewas boven de grond staat, gaat dat lastiger. Als het dan al droog is, is het bovendien de vraag of de capaciteit van het systeem groot genoeg is.

Ook het verwijderen kost twee tot drie uur. Meeuwissen doet dat na het doodspuiten. 'Dan werkt het loof een beetje meer mee.'

Extreem droog

De drie jaar dat de ondernemer nu druppelirrigatie toepast, zijn niet vergelijkbaar. Vorig jaar hadden de aardappelen last van Meloïdogyne chitwoodi. Dit jaar was het extreem droog. Meeuwissen gaf dit jaar de 1,5 hectare aardappelen 10 kuub per uur. Dat is 6,7 millimeter. Met het irrigatiewater gaf hij ook meststoffen mee en een biologisch middel tegen aaltjes.

Met de computer is dat probleemloos in te stellen, is zijn ervaring. 'Dan heb je er verder geen omkijken naar. Het enige is dat je het filter elke week moet controleren.'

Veel effect

Het irrigeren had dit jaar veel effect. Uit een proefrooiing bleek dat de geïrrigeerde 1,5 hectare omgerekend 10 ton aardappelen meer per hectare opbracht dan beregende percelen. 'Dan kan het wel uit.'

Toch ziet Meeuwissen druppelirrigatie geen hoge vlucht nemen in de akkerbouw. Een reden daarvoor is het vele werk met het erin leggen en het eruit halen. Als alles erin ligt, is het wel minder werk.

Slijten

Een andere reden is dat de slangen veel slijten van het op- en afrollen. Na drie of vier jaar zijn ze versleten. Bovendien geeft beregenen met een haspel veel minder rompslomp, vooral bij rechthoekige percelen. 'Het is niet te doen als je bijvoorbeeld 80 hectare aardappelen hebt.'

Bovendien is het een kosten-batenverhaal. Een complete installatie voor 5 hectare met pomp, slangen en computer kost zo'n 30.000 euro.