Rijksadviseur wil wachten met zonneparken op landbouwgrond

Volgens Strootman kunnen de projectontwikkelaars hun energie tot 2040 beter richten op het vol leggen van daken en het benutten van 'weesgronden', locaties in de openbare ruimte die nog niet worden benut. 'In Drenthe gaat het het hardst met initiatieven voor zonneparken op landbouwgrond. Tegelijk gaat het er niet zo goed met het landschap. Er is daar een kwaliteitsslag nodig, waar ook de landbouw een rol in heeft.'

Transitie

Het vestigen van zonne-akkers doorkruist de transitie van het landschap in Drenthe, stelt Strootman. 'De rest van de wereld begrijpt ook niet dat uitgerekend een land met zo'n hoge landbouwproductiviteit deze gronden opoffert aan de productie van elektriciteit uit zonne-energie.'

Het argument dat zonneparken in het buitengebied tijdelijk zijn, houdt volgens Strootman geen stand. 'Niets is zo permanent als een tijdelijke bestemming. Daarnaast is de omzetting van zonne-energie in elektriciteit een industriële activiteit, en die hoort niet op landbouwgrond. Autosloperijen worden ook niet getolereerd op landbouwbedrijven.'

Neveneffecten

Strootman noemt verder de nadelige neveneffecten wanneer het gaat om het weren van zonneparken op landbouwgrond. Zo jagen de claims op geschikte locaties voor zonneparken de grondprijzen omhoog. Dat maakt het bijvoorbeeld voor jonge boeren moeilijker om het ouderlijk bedrijf over te nemen. 'Die zijn dan de dupe.'

Wat dan wel? Strootman wijst er op dat in Nederland nog maar 35 vierkante kilometer dak is benut voor zonnepanelen, op een totaal dakoppervlak van 900 vierkante kilometer. 'Kies een brede benadering, maak uit wie wat doet en zie zo de doelen van Parijs voor 2040 te halen. En zet pas panelen in de wei als dat niet lukt.'

Zandwinplassen

Om de provinciale duurzaamheidsdoelstellingen te halen, 40 procent groene energie in 2030, moet in Drenthe nog 20 Petajoules worden omgevormd. Dat is 6.000 hectare aan zonnepanelen; 2 procent van het provincie-oppervlak. Volgens Natuur en Milieufederatie Drenthe is er nog voor 1.200 hectare ruimte op de daken, 2000 hectare onbenutte weesgronden en voor 2900 hectare aan mogelijke alternatieve locaties zoals zandwinplassen.