Klacht tegen maatregelen antidump op fritesmarkt

Het ministerie van handel in Colombia is een onderzoeksprocedure gestart tegen aardappelverwerkende bedrijven uit Nederland, België en Duitsland. Onder meer Aviko, Farm Frites en Lamb Weston/Meijer zijn onderwerp van onderzoek. De Colombiaanse overheid vindt dat goedkope Europese frites de eigen verwerkende industrie veel schade berokkenen.

De antidumpingmaatregelen kunnen bestaan uit het opleggen van eenzijdige heffingen voor geïmporteerde diepvriesproducten uit de genoemde landen. Colombiaanse autoriteiten hebben in november 2017 in een tussentijds rapport al vastgesteld dat er sprake is van dumping. Over de definitieve maatregelen wordt in de loop van maart een besluit genomen.

Klacht bij WTO

Minister Sigrid Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking schrijft deze week in een brief aan de Tweede Kamer dat de antidumpingprocedure van Colombia is aangekaart bij de Europese Commissie. Alleen de Europese Commissie kan namens de Europese lidstaten een klacht indienen bij WTO, als daadwerkelijk gerichte maatregelen worden afgekondigd.

Kaag beantwoordt in de brief vragen van Bente Becker en Helma Lodders van de VVD. Beide Tweede Kamerleden willen onder meer van de bewindsvrouw weten of ook zij vindt dat er sprake is van een trend om tegen bevroren aardappelproducten antidumpingmaatregelen in te stellen. Ze verwijzen daarmee onder meer naar vergelijkbare procedures in Brazilië en Zuid-Afrika.

Inhoudelijk onzorgvuldig

Volgens de minister betreffen het bij elkaar inderdaad drie belangrijke exportmarkten voor de Nederlandse fritesindustrie. Zij noemt het een zorgelijke ontwikkeling, maar vindt het nog te vroeg om te spreken van een trend. 'In alle drie procedures is inhoudelijk sprake van onzorgvuldigheid en daarom heeft Nederland bezwaren naar voren gebracht.'