Melkveehouders zien noodzaak bescherming BVD-vrij rundvee
Melkveehouders zijn overtuigd van de noodzaak om hun BVD-vrije rundveestapel te beschermen tegen insleep van de ziekte. Dit blijkt uit een enquête van Boehringer Ingelheim die door zo'n 500 veehouders werd ingevuld. Melkveehouders zien aanvoer van dieren als grootste risicofactor om BVD op het bedrijf te introduceren. Een meerderheid van de ondervraagden noemt vaccineren tegen BVD de toekomst.
Tijdens de landbouwbeurzen vorig najaar in Hardenberg en Gorinchem vroeg farmaceutisch bedrijf Boehringer Ingelheim melkveehouders om mee te werken aan een enquête over runderziekte BVD. 'Daar reageerden melkveehouders positief op', vertelt Marieke Blom, Productmanager Ruminants bij Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands BV.
De BVD-enquête is door bijna 500 veehouders ingevuld. 'Opmerkelijk was dat veel rundveehouders de enquête al online invulden voordat ze de beurs bezochten, dus voordat we ze actief benaderden met de vraag om de enquête in te vullen. Voor ons een signaal dat het onderwerp BVD behoorlijk leeft onder rundveehouders.'
Boehringer Ingelheim vindt het zinvol om rundveehouders te bevragen over BVD. 'We willen graag weten hoe rundveehouders aankijken tegen deze runderziekte en de aanpak ervan. Dat vinden we niet alleen interessant omdat Boehringer Ingelheim een vaccin tegen BVD levert, maar ook omdat er verplichte maatregelen komen tegen BVD. De melkveesector start daar dit jaar in april mee.'
'Ook groter materieel als de mesttank van de loonwerker kan een risicobron vormen'
Runderpest
De diergezondheidsspecialisten van het bedrijf zien het liefst dat BVD geheel uitgeroeid wordt. 'De enige rundveeziekte die wereldwijd is uitgeroeid is runderpest. Dat lukte met behulp van vaccinatie. Omdat alle runderen beschermd waren, kon het virus geen nieuwe dieren infecteren en stierf het uit. Een vergelijkbaar en recenter voorbeeld van het uitroeien van een dierziekte is de ziekte van Aujeszky bij varkens. Deze ziekte is in Nederland verdwenen na jaren van verplichte vaccinatie van alle varkens', meldt Blom.
'BVD is ook een ziekte die we het liefst geheel zouden uitroeien. In Nederland wordt gewerkt aan het verhinderen van de verspreiding van de ziekte door het controleren op dragerdieren. Ongeveer 75 procent van de Nederlandse bedrijven is al actief in een controleprogramma. De helft van de melkveebedrijven heeft de certificering BVD Vrij.'
Het BVD-virus is echter nog niet verdwenen uit Nederland en per jaar komt op 4 van de 100 bedrijven het virus opnieuw binnen. 'Vaccinatie helpt o
m dieren tegen BVD te beschermen en om BVD-vrij te blijven', benadrukt Blom.
Aankoop dieren
Aanvoer van dieren is de belangrijkste risicofactor om BVD op een bedrijf te introduceren. 'Uit de resultaten van de enquête blijkt dat dit bij de meeste rundveehouders goed op het netvlies staat. 95 procent noemt de aankoop van dieren als belangrijkste risicofactor voor insleep van BVD.'
Dat er ook andere factoren zijn die behoorlijk bijdragen aan het insleepgevaar, lijken rundveehouders minder te beseffen. 'Een risico vormen bijvoorbeeld bezoekers en materialen. Erfbetreders kunnen het virus via kleding of schoeisel meebrengen. Dat kan ook met materialen als spuiten en naalden.'
Blom vervolgt: 'Maar ook groter materieel, bijvoorbeeld de mesttank van de loonwerker, kan een risicobron vormen. Contacten met runderen van andere bedrijven brengen ook risico's met zich mee. Berucht zijn neus-neuscontacten over de afrastering.'
Bij 45 procent BVD
Veel veehouders hebben ervaring met BVD. Bijna de helft (45 procent) van de deelnemers aan de enquête meldt dat er de laatste jaren BVD op het bedrijf geweest is. 'Dat varieert van ernstige ziekteproblemen tot het aantonen van een besmetting via monitoring van de tankmelk of het opsporen van een dragerkalf.'
Dat zo veel rundveehouders aangeven dat ze met BVD te maken hebben gehad, kan volgens Blom verband houden met het feit dat er vorig najaar, toen de enquête werd afgenomen, heftige uitbraken van BVD werden gemeld in diverse regio's.
Rundveehouders geven in overgrote meerderheid (94 procent) aan dat je ook na het verwerven van een BVD-vrijstatus nog steeds wat moet doen aan bescherming tegen BVD.
'Maar lang niet iedereen vindt dat vaccineren tegen BVD onderdeel moet uitmaken van die beschermingsmaatregelen. 42 procent van de rundveehouders vindt vaccinatie een zinvolle keuze. Rundveehouders zijn vaak in de veronderstelling dat 'als ik meedoe aan een BVD-programma dan is het goed'. Uit de praktijk komt naar voren dat vaccineren tegen BVD een goede maatregel is als je werkelijk vrij wilt blijven van de ziekte.'
'Het is begrijpelijk dat rundveehouders vanwege de kosten opzien tegen vaccineren. Maar het is een kostenpost waar wel iets tegenover staat; namelijk dat je geen BVD op je bedrijf krijgt. En als je daar schadeberekeningen op loslaat, dan blijkt vaccineren tegen BVD snel rendabel', stelt Blom.
'Wat opvalt is dat 72 procent van de ondervraagde rundveehouders aangeeft dat vaccinatie de toekomst heeft. Dit duidt erop dat velen wel beseffen dat vaccineren tegen BVD een goede aanpak is, maar deze maatregel voor het eigen bedrijf op dit moment nog een stap te ver vinden.'
Blom stelt vast dat rundveehouders overwegend positief staan tegenover de bestrijding van BVD. 'We hopen dan ook dat er de komende jaren resultaat geboekt wordt bij het terugdringen van deze schadelijke runderziekte.'
BVD kan veel schade aanrichten
Het BVD-virus ondermijnt het immuunsysteem. Hierdoor worden dieren sneller ziek door andere ziekteverwekkers, waarvoor vaak antibiotica moeten worden ingezet. Mede doordat BVD de algehele weerstand van runderen aantast, wordt het beschouwd als een van de schadelijkste infectieuze aandoeningen in de rundveehouderij. Behalve op melkvee- en vleesveebedrijven is dit ook problematisch in de vleeskalver- en vleesstierenhouderij.
Uitscheiding van het virus gebeurt via speeksel, neusuitvloeiing, traanvocht, sperma en mest. Het wordt overgedragen via diercontact, mensen en materialen. Een besmet rund scheidt doorgaans gedurende een paar dagen tot twee weken het BVD-virus uit. Afhankelijk van het aantal gevoelige dieren (dieren zonder afweerstoffen) zal het virus zich binnen een bedrijf verspreiden tot een groot deel van de dieren afweerstoffen heeft. In deze periode kunnen steeds weer drachtige dieren worden geïnfecteerd. Hieruit kunnen nieuwe BVD-virusdragers worden geboren die voor een hernieuwde virusverspreiding zorgen.
Een drager is een kalf dat in de baarmoeder is besmet tijdens de eerste vier maanden van de dracht. Het kalf ziet het virus niet als lichaamsvreemd en zal geen afweerstoffen aanmaken. Het kalf heeft virus in zijn bloed en zal dit altijd blijven uitscheiden en andere dieren besmetten.
• Klik hier voor meer informatie
Boehringer Ingelheim
Innovatieve geneesmiddelen voor mensen en dieren, daarvoor zet het onderzoeksgerichte farmaceutische bedrijf Boehringer Ingelheim zich al meer dan 130 jaar in....
Lees verder »