Van hobby tot volwaardige boomkwekerij

In januari is het relatief rustig op boomkwekerij De Hilver in Hilvarenbeek. Er is weinig handel omdat in grote afzetlanden als Duitsland vaak de vorst in de grond zit. Maar vanaf februari verandert dat snel en in maart en april is het alle zeilen bijzetten om het werk gedaan te krijgen. 'Dan komt alles tegelijk', zegt Stijn de Jong.

De laatste jaren is de druk toegenomen omdat klanten sneller hun producten willen hebben. 'Het is een Bol.com-markt geworden. Alles snel, snel, snel.' Vijf jaar geleden wilden klanten producten over een week hebben, nu vaak nog dezelfde dag. Dat betekent een streep door de planning van die dag en het zo snel mogelijk rooien en verzendklaar maken van de bestelling. De Jong is daar wel op ingespeeld met vaste afspraken wie rooit en wie vrachtwagens laadt, zodat het andere werk door kan gaan.

Buiten werken

De vader van de ondernemer was leraar en kweekte naast zijn baan parttime vormbomen. Het was een 'hobbymatig bedrijf'. Stijn de Jong studeerde chemische technologie en ging na zijn opleiding eerst aan de slag bij een chemisch bedrijf en daarna bij een adviesbureau. Maar hij kwam tot de conclusie dat het kantoorwerk 'niet zijn ding was'. 'Ik wilde graag buiten werken met mijn handen, zelf ondernemer zijn, zelf de touwtjes in handen houden, zelf verantwoordelijk zijn en de voldoening hebben van iets dat je zelf maakt.'

Toen De Jong dertig werd, concludeerde hij: 'Nu moet ik een keuze maken.' Samen met zijn vrouw Marjolein besloot hij een bedrijf op te zetten met de 2 hectare van zijn vader als startpunt. Hij huurde er 2 hectare bij, startte als ondernemer en breidde het assortiment uit met laanbomen.

Eerst nauwelijks inkomsten

De eerste drie jaar waren er nauwelijks inkomsten, want pas na drie jaar zijn de meeste bomen verkoopbaar. Daarom nam De Jong niet in één keer ontslag, maar ging hij stapsgewijs minder werken voor het adviesbureau. De baan van zijn vrouw zorgde daarnaast voor inkomsten en alle opbrengsten van de kwekerij bleven in het bedrijf omdat zijn vader daar niet afhankelijk van was.

Van begin af aan werkte de ondernemer aan uitbreiding van zijn klantenbestand. Eerst verkocht hij alleen aan boomkwekers en handelaren in Nederland. Al snel kwam daar de buitenlandse markt bij, met Engeland, België, Duitsland, Polen en Tsjechië als grootste afnemers. De belangrijkste kopers zijn handelsbedrijven. Die leveren producten door aan projecten in hun regionale markt.

Klanten keren terug

De Jong doet er alles aan om een interessante partij te zijn voor een klantengroep die zich nu heeft gevormd. 'Voor veel offertes kan ik een aanbieding maken of een alternatief bieden. Daardoor komen klanten steeds weer terug.'

Om zijn klantenbestand uit te breiden, staat de ondernemer af en toe op buitenlandse beurzen. Vorig jaar in Engeland en komend najaar waarschijnlijk in Polen. Hij richt zich dan vooral op handelsbedrijven uit die landen.

Uitdagend

De Jong koopt een kleine maat bomen en kweekt die verder tot ze een omvang hebben waar vraag naar is. Als hij ze plant, weet hij nog niet waar over drie jaar vraag naar is. 'Dat maakt het moeilijk, maar ook uitdagend.'

De ondernemer heeft twee criteria: welk assortiment past het beste op zijn grond en wat wil de huidige klantenkring? Hij probeert zoveel mogelijk signalen op te pikken bij zijn klanten. Vooral vormbomen is een specialisme van hem, met een eigen klantenkring, die 'best veel' informatie geeft.

Groeimarkt

Vormbomen zijn een groeimarkt, merkt de Hilvarenbeker. 'In de hele EU worden bouwkavels en dus ook de tuinen kleiner. Daardoor is er minder ruimte voor solitaire bomen. Mensen willen toch groen en bijvoorbeeld de inkijk wegnemen. Daarom zijn vormbomen nu populair.'

Een andere trend is dat grote bedrijven zich er steeds meer bewust van zijn dat groen bijdraagt aan het welzijn van werknemers. Zulke bedrijven investeren daarom in een park of een groene buitenruimte waar het personeel kan lunchen. 'Meer aandacht voor groen in de omgeving is typisch voor deze tijd. De sector heeft daar jarenlang op gewezen, maar je ziet nu het effect.'

Machines ontwikkelen

De Jong vindt het prachtig om bomen te telen, maar hij is niet alleen gebonden aan zijn bomen. Hij zou ook wel een ander bedrijf kunnen hebben, denkt hij. Bijvoorbeeld een mechanisatiebedrijf. Hij heeft voor zijn bedrijf zelf machines ontwikkeld of bestaande machines aangepast. Hij vindt het belangrijk dat hij niet te veel kantoorwerk heeft, maar lekker bezig kan zijn, het liefst buiten. Daarom wil hij niet verder groeien met zijn bedrijf.