Varkensvoer met meer structuur en eiwit

'De genetische achtergrond van zeugen is de afgelopen tien jaar veranderd. Ze zijn magerder, zetten minder snel vet aan en zijn vruchtbaarder', aldus Köhler. Als tweede noemt hij de structuur van de bedrijven. Hun omvang is gegroeid, waardoor er meer vreemde arbeid is. Regelmatig zijn dat buitenlandse werknemers met wie de communicatie soms moeizaam verloopt.

Werken met personeel betekent ook dat het minder vanzelfsprekend is dat er bijna de hele dag iemand bij de varkens is. 'Dit betekent dat een voerregime eenvoudig moet zijn toe te passen en dat er eenvoudig geschakeld kan worden van de ene op de andere voersoort.'

Maag-darmgezondheid

Ook resultaten van onderzoek naar de maag-darmgezondheid bij zeugen heeft ForFarmers benut bij het ontwikkelen van een nieuwe zeugenvoeraanpak. Daaruit blijkt dat 70 procent van alle zeugen maagproblemen heeft. Die lopen uiteen van een lichte ontsteking van het maagslijmvlies tot ernstige maagzweren. 'Maagproblemen gaan ten koste van het dierenwelzijn. Ze veroorzaken pijn en drukken de voeropname', weet Köhler.

Maagproblemen spelen vooral in de Nederlandse zeugenhouderij. 'Dat komt omdat we hier gewend zijn aan het toepassen van voer in pelletvorm. Om goede pellets te kunnen maken, hebben voerfabrikanten het voer altijd fijngemalen.'

Meer structuur

Bij de Nova-voeders is dat anders. Köhler geeft aan dat die meer structuur hebben door een aangepast productieproces en een nieuwe vezelaanpak. 'Uiteraard malen we het voer nog steeds. Maar deeltjes kleiner dan 0,25 millimeter willen we beperken in het voer.'

Zulke kleine deeltjes verhinderen een optimale gelaagdheid van de maaginhoud, waardoor het maagzuur de onbeschermde maagwand bij de opening van de slokdarm kan beschadigen.

Technische aanpassingen

Het aanpassen van de maalfijnheid vergde technische aanpassingen in alle ForFarmers-fabrieken die zeugenvoer produceren. 'Het geheim van de smid vertellen we niet. Waar het op neerkomt, is dat we niet alle grondstoffen op dezelfde manier malen. Zetmeel en vezelrijke grondstoffen malen we grover, terwijl eiwitrijke producten worden fijngemalen', licht Köhler toe.

Om de nieuwe aanpak mogelijk te maken, heeft ForFarmers intern nieuwe nutriëntenbepalingen voor verschillende vezelcomponenten ontwikkeld. Bietenpulp heeft bijvoorbeeld andere type vezels dan tarwegries. Volgens Köhler is het nodig die informatie mee te wegen bij de voersamenstelling, omdat dit invloed heeft op de snelheid waarmee voer de maag passeert en op de dikke darmfermentatie.

Financieel voordeel

En dat heeft weer invloed op het verzadigingsgevoel van de zeug, maar ook op haar activiteit en agressie. 'Voer je een zeug op de goede manier, dan krijg je minder maag-darmproblemen, maar ook minder been- en klauwproblemen. Dat krijgen we ook terug van zeugenhouders. Dat levert financieel voordeel op, zeker als onderweg met name minder jonge zeugen uitvallen.'

ForFarmers heeft ook de energie-eiwitverhouding van de zeugenvoeders aangepast ten gunste van het aandeel eiwit. De moderne zeug heeft een hogere eiwitbehoefte. Zeugen verliezen nu tijdens de zoogperiode minder vet dan vroeger, simpelweg omdat ze minder vet hebben, zet Köhler uiteen.

Maximale energie-output

'In de zoogperiode willen we een maximale energie-output, doordat zeugen veel melk met een goede samenstelling produceren. En je moet weten dat zogende biggen vooral groeien op basis van eiwit. Daar mikken we op met de samenstelling van het zeugenvoer.'

Als het aan de zeugenvoerspecialist zou liggen, werkten zeugenhouders met een apart voer voor dragende gelten, zodat die groep beter naar behoefte kan worden gevoerd. 'Maar de praktijk is dat de meeste zeugenhouders hierop niet zijn ingesteld. Misschien is het iets voor de toekomst.'

• Lees meer hierover deze zaterdag in Nieuwe Oogst