Boerenhart zoekt volume in zakelijke markt

Er is tegenwoordig veel aandacht voor korte ketens. Door een aantal schakels weg te laten ontvangt de boer een betere prijs voor zijn product en weet de consument weer waar zijn voedsel vandaan komt. Her en der duiken initiatieven op, vaak met een lokaal karakter. Lang niet altijd met succes.

Pieter Vink, zelf afkomstig van de Rabobank, weet wel hoe dat komt. 'Veel initiatieven ontstaan vanuit idealisme. Het ontbreekt nogal eens aan realisme. Je hebt volumes nodig. Idealisme is belangrijk. Je moet iemand hebben die 'out of the box' durft te denken. Maar je hebt het allebei nodig. De idealist kan niet zonder de realist. Je moet er zakelijk instaan. Het initiatief kan nog zo mooi zijn, maar je moet er wel een boterham aan kunnen verdienen.'

Vaste afnemers

Met het oog daarop richt de coöperatie zich daarom op de zakelijke markt. Boerenhart verkoopt agrarische producten aan horeca, instellingen en aan de retail.

'Klanten zijn bijvoorbeeld restaurants, ziekenhuizen en supermarkten die wat lokale producten verkopen', vertelt Vink. 'Korte ketens die zich richten op de rechtstreekse verkoop aan consumenten hebben het vaak moeilijk. Doordat je werkt met vaste afnemers, heb je ook meer zekerheid in de afzet.'

Coöperatie

De coöperatie is in april 2014 opgericht en werd begin 2015 echt operationeel. Bij de start waren diverse partijen uit de Gelderse Vallei betrokken: gebiedscoöperatie O-gen, Rabobank Woudenberg-Lunteren, gemeente Ede, Van der Wee Grootverbruik en natuurlijk de ondernemers die zich aansloten bij de coöperatie. Dat waren er oorspronkelijk tien, inmiddels zijn zeventien bedrijven aangesloten.

De coöperatie levert onder meer groenten en fruit, ijs, zuivel en vlees.

Ook het aantal medewerkers is uitgebreid, al blijft het bescheiden. In het begin was Pieter Vink de enige medewerker in dienst, nu zijn er ook twee chauffeurs bijgekomen die het gekoelde transport verzorgen.

Twee principes

Twee principes zijn heel belangrijk voor Boerenhart, vertelt Vink. 'Bij ons is afspraak afspraak. Als klanten een bestelling plaatsen, dan leveren wij. Koste wat het kost. Onze afnemers kunnen rekenen op een betrouwbare leverancier.'

Daar staat tegenover dat de boeren een goede prijs krijgen voor hun product. 'Zij weten wat de kostprijs is, en gaan zelf over hun prijs.'
Die betrouwbaarheid is volgens Vink heel belangrijk. Dat gaat ook nog wel eens mis in de korte ketens. In de particuliere sector kun je misschien nog wel eens zeggen: 'Sorry, hebben wij niet.' Maar in de zakelijke markt word je daarop afgerekend.'

Gezond en lokaal

Varkenshouder Gerald Deetman uit Putten is een van de aangesloten boeren. Al het vlees dat hij produceert wordt afgezet in de korte keten. Dat doet hij via Vallei Varken, via Boerenhart en sinds kort direct aan de Boni-supermarkten.

'Alles speelt zich af in een straal van maximaal 35 kilometer rond ons bedrijf', vertelt Deetman. 'Heel lokaal dus. Wij leveren een gezond product. De varkens hoeven nooit ver op transport.'

Korte lijntjes

Voor Deetman is de korte keten heel belangrijk. 'Het is niet alleen de fysieke afstand tussen boerderij, slagers en afnemer. Kenmerken zijn ook de korte lijntjes. Zo hebben wij wel eens koks op ons bedrijf met wie we de wensen doorspreken.'

Deze koks willen graag zien waar het vlees vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt. 'Dat kunnen zij weer doorgeven aan de klanten in hun restaurant. Maar ook voor onszelf is het belangrijk: we horen wat mensen van ons product vinden en kunnen ons daardoor ontwikkelen en de producten verder verbeteren. We weten hierdoor beter waar de klant behoefte aan heeft.'

Dosis idealisme

Volgens de varkenshouder is een dosis idealisme belangrijk om het vol te houden. 'Toch geloof ik dat dit de toekomst is. De consument wil dit. Ik heb de keuze gemaakt omdat ik een eerlijk en onderscheidend product wil leveren.'

Onlangs bleek uit onderzoek van studenten van Wageningen UR dat Foodvalley de lokale boeren in de Gelderse Vallei nog niet weet te bereiken. Met Foodvalley willen de gemeenten uit de regio Gelderse Vallei een aantrekkelijke vestigingsplaats zijn voor food-gerelateerde bedrijven en instellingen.

Een van de kansen om boeren wel te laten profiteren was volgens de studenten om te investeren in korte ketens.

Vink: 'Het zou mooi zijn als de gemeenten hierin initiatief nemen en bijvoorbeeld een marketingcampagne starten waarin ze de consument laten zien waar het voedsel in de Gelderse Vallei geproduceerd wordt. Ik denk dat 98 procent van de bevolking niet weet waar Foodvalley voor staat. Door in te zoomen op het boerenbedrijf heb je een kans om te laten zien hoe voedsel gemaakt wordt.'