Handelsakkoord geeft agro-export ruimte

De tegendraadse manier waarop de Amerikaanse president zich gedraagt op het wereldtoneel heeft onverwachte neveneffecten. Aan de vooravond van de G20-conferentie in Hamburg presenteerden Europa en Japan eendrachtig de contouren van een economische samenwerkingsovereenkomst. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en de Japanse premier Shinzo Abe lieten hiermee zien dat er alternatieven zijn voor samenwerking met de Verenigde Staten.

'Het belangrijkste bilaterale handelsakkoord dat de Europese Unie ooit heeft gesloten.' Zo omschreef Commissievoorzitter Juncker het onderhandelingsresultaat. Handelscommissaris Cecilia Malmström was wat concreter met haar constatering dat de Japanse economie in omvang de vierde ter wereld is.

'En de bevolking koopt erg graag producten uit Europa. Daarom biedt deze overeenkomsten ons grote mogelijkheden. We verwachten een belangrijke een belangrijke stimulans voor de export vanuit veel sectoren van de Europese economie.'

Malmström stelt dat zowel Japan als Europa gelooft in vrijhandel. 'In het bouwen van bruggen en niet van muren', gaf ze een steek onder water aan de president van de VS.

Voorstander

'LTO is in principe altijd voorstander van vrije handel en het afsluiten van handelsakkoorden', sluit Léon Faassen, vicevoorzitter van LTO Nederland, hierbij aan. 'Dergelijke akkoorden gaan niet alleen maar over vrijhandel, maar vooral over de manier waaronder deze handel plaatsvindt, zoals het standaardiseren van afspraken.'

Bij handelsbesprekingen probeert LTO zowel de offensieve als de defensieve belangen in kaart te brengen en die bij de onderhandelaars aan te kaarten. Het handelsakkoord tussen de EU en Japan heeft voor de Nederlandse land- en tuinbouw eigenlijk alleen offensieve belangen. Faassen: 'De goed ontwikkelde markt van deze grote economie biedt enorme afzetkansen.'

Makkelijker en goedkoper

Het belangrijkste doel van het akkoord is de handel met Japan makkelijker en goedkoper te maken, door hoge invoerheffingen te schrappen en gelijke regels voor alle partijen af te spreken. Eenvoudiger douaneprocedures zorgen voor een snellere doorgang van goederen.

De verwachting is dat het akkoord de komende maanden verder uit wordt onderhandeld. Openstaande punten hebben vooral te maken met investeringsbescherming en geschillenafhandeling. Het definitieve akkoord moet nog ter goedkeuring langs zowel het Europees Parlement als de nationale parlementen. Mogelijk treedt het in 2019 in werking.

'LTO is heel tevreden dat er nu een politiek akkoord is met Japan. We hopen dat het zo snel mogelijk wordt omgezet in praktische afspraken, zodat de goederenstroom ook daadwerkelijk op gang kan komen', aldus Faassen.

Bedrijfsleven gereed

Het bedrijfsleven staat in elk geval gereed om zich meer dan voorheen op Japan te richten. Zo denkt de VanDrie Group de betere kansen voor afzet van Nederlands kalfsvlees te benutten. Daarvoor geldt nu nog een invoerheffing van 38,5 procent, die gaat volgens het principeakkoord omlaag naar 9 procent. In een verklaring spreekt de onderneming van 'een grote kans om onze positie in Azië te versterken'.

De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) wijst ook op de export van Europees varkensvlees naar Japan. Er gaat al bijna 400.000 ton per jaar heen. Van die hoeveelheid kwam vorig jaar ruim 30.000 ton uit Nederland.
Het akkoord versoepelt de nu nog geldende minimuminvoerprijs voor varkensvlees. Bovendien worden de invoerheffingen voor verwerkt varkensvlees opgeheven. Dit biedt ruimte voor de export van varkensvleesproducten.
Japan is verder een belangrijke importeur van zuivelproducten. Zo is vorig jaar alleen al ruim 257.000 ton kaas ingevoerd. Australië, Nieuw-Zeeland en in mindere mate de VS zijn belangrijke leveranciers. Nederland heeft met ruim 22.000 ton al een sterke positie.