E-learning verovert agrarisch onderwijs

Voor de digitalisering van het melkveehouderijonderwijs werken 37 docenten van alle middelbare agrarische opleidingen samen in twaalf expertontwikkelteams.

Deze teams hebben twee functies: het inbedden van actuele innovaties in de melkveehouderijsector in nauwe samenspraak met bedrijfsleven en het meehelpen aan het verder ontwikkelen van e-learning: interactief digitaal onderwijs dat op afstand is te volgen. Ook in andere sectoren wordt aan een dergelijke aanpak gewerkt. De operatie wordt uitgevoerd vanuit het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV).

Vakmensen

'We moeten ervoor zorgen dat we als AOC's onderling en met het bedrijfsleven efficiënt samenwerken om vakmensen op te leiden die innovaties aankunnen', zegt projectleider Rinze Fokkema.

Eerder is voor de melkveehouderij een 'Wiki' gemaakt, een elektronische databank met sectorspecifieke basiskennis die jaarlijks zo'n zestigduizend keer wordt geraadpleegd. De volgende stap is om die informatie als lesstof per module in een onlineleeromgeving te plaatsen. De twaalf modules die de expertteams in vier jaar tijd ontwikkelen, omvatten zo de gehele bedrijfsvoering van de melkveehouderij.

Meerdere talen

Themagewijs wordt de lesstof zo gepresenteerd dat de leerling die zelf kan raadplegen waar die ook is en het liefst in meerdere talen. In tekst en beeld en waar nodig op interactieve wijze, zodat de leerling ook vragen kan stellen of opdrachten kan uitwerken. Klassikaal onderwijs krijgt zo een andere invulling.

In een vertaling is de lesstof ook te gebruiken door studenten veehouderij waar ook ter wereld of bijvoorbeeld bij de training van monteurs van melkwinningsapparatuur in Duitsland of door bedrijfsleiders op veehouderijen in Azië.

Voordelen

De voordelen van een elektronische leeromgeving zijn legio. Naast de sterk vergrote toegankelijkheid zijn de productiekosten lager en is de lesstof altijd snel aan te passen aan de laatste innovaties.

Harm Holleman, projectleider van het e-learningproject in de melkveehouderij en werkzaam bij Roodbont Uitgeverij en de Aeres Onderwijsgroep, ziet het helemaal voor zich: 'Wat is er makkelijker als je als student in de stal met een vraag zit om dat via je mobiel of tablet even op te zoeken? Of als docent de leerlingen op afstand met een gerichte opdracht de stal in te sturen?'

Aantrekkelijker

Een leerling in de beroepsbegeleidende leerweg kan er op zijn moment op zijn locatie zelf mee aan de slag, schetst Fokkema. Het onderwijs zelf wordt er zo aantrekkelijker op, vult docent Nico van Schaik van het Wellantcollege in Houten aan.

'Door bijvoorbeeld filmpjes toe te voegen kun je meer laten zien. Dat is toch beter dan het statische beeld uit een boek. En het schermpje blijft jongeren trekken. Ze zijn het inmiddels zo gewend; een dik boek lezen ze niet meer.'

Slimme dingen

Als projectleider wil Holleman er vooral slimme dingen mee doen. 'We richten het zo in dat scholen er ook naar boeren toe wat mee kunnen, bijvoorbeeld in het cursusonderwijs. Daarnaast kan het bedrijfsleven als een van de financiers het toepassen waar er maar behoefte aan is.'

Voorloper in Nederland is de pluimveehouderij. Tussen 2013 en 2015 zijn voor deze sector al negen digitale modules ontwikkeld die inmiddels volop worden gebruikt. 'Dat werkt echt', stelt docent pluimveehouderij Cor Duim van het Groenhorstcollege in Barneveld vast. 'Het 'boek' staat op het scherm, de leerlingen krijgen opdrachten en als ze wat willen vragen, is er een chatsessie.'

LOI-effect

Duim verwacht overigens niet dat het klassikale element helemaal verdwijnt. 'Dan krijg je het LOI-effect, veel cursisten haken daar af. De groepsvorm blijft nodig om de leerlingen letterlijk en figuurlijk bij de les te houden.'