Foutieve telling stemmen bij imidacloprid-motie

Waarom stond het gebruik van imidacloprid ter discussie in de Tweede Kamer?

Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken overwoog via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) het gebruik van imidacloprid in de glastuinbouw te verbieden omdat na bijna twee jaar zuiveringsplicht bij dit middel de normoverschrijdingen in glastuinbouwgebieden niet of nauwelijks zijn afgenomen.

Om welke twee tegengestelde moties ging het?

Het ging om een motie van GroenLinks-kamerlid Rik Grashoff en om een motie van Jaco Geurts (CDA) en Elbert Dijkgraaf (SGP). Grashoff wilde via een Algemene Maatregel van Bestuur een totaalverbod van het gebruik van imidacloprid in de glastuinbouw. Geurts en Dijkgraaf vroegen de regering de beoordeling van imidacloprid van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) te respecteren en ondertussen samen met de sector in te zetten op naleving van de zuiveringsplicht voor de glastuinbouw. Beide moties werden aangenomen.

Hoe werd er gestemd?

SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, D66 en PVV stemden voor de motie waarin om een totaalverbod werd gevraagd. VVD, SGP, CDA, CU en PVV stemden voor de motie van Geurts.

Waarom heeft de PVV in beide gevallen voor gestemd?

Dat heeft de partij niet volledig bewust gedaan. De PVV stemde voor de motie van Grashoff, maar niet voor de motie van Geurts en Dijkgraaf. Er werd gestemd bij handopsteken. Kamervoorzitter Khadija Arib vergiste zich bij het tellen van de stemmen omdat ze meende dat de PVV voor stemde. Dit werd niet gecorrigeerd door de PVV voordat zij de uitslag vaststelde, waardoor de motie Geurts en Dijkgraaf werd aangenomen.
De reglementen van de Tweede Kamer bepalen dat reclamaties achteraf geen zin meer hebben. Ze kunnen de uitslag van de stemming niet meer veranderen. Er wordt alleen notitie van gemaakt.

Hoe nu verder?

Staatssecretaris Van Dam heeft eind vorige week in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij beide moties wil uitvoeren. Hoe hij dat gaat doen, laat Van Dam de Kamer voor 1 april weten.