LTO wil kavelruil Lopikerwaard

De aanpassingen die nodig zijn om de watergang tussen Lopik via Polsbroek naar Haastrecht te vergroten, kosten boeren grond. 'En grond is hier juist schaars, iedere meter telt', zegt afdelingsbestuurder Adwin van Schaaik.

Het Hoogheemraadschap faciliteert het landelijk project Kleinschalige Water Aanvoervoorziening (KWA) om tijdens aanhoudende droogte de dieper gelegen polders in West-Nederland van voldoende zoetwater te voorzien. Dat moet verzilting door zoute kwel tegengaan.

Tracé

Volgens projectleider Liesbeth van Doorn van De Stichtse Rijnlanden ligt het defintieve tracé nog niet vast. Maar wel de 3 kuub per seconde zoetwater die extra moet doorstromen. Om dat te bereiken moeten watergangen worden verbreed en verdiept en bruggen en doorlaten worden aangepast of verplaatst.

Van het tracé dat nu wordt voorgesteld, is het deel tussen Lopik en Polsbroek redelijk makkelijk in te passen, schat Van Schaaik in. 'Maar verderop richting Haastrecht wordt het moeilijker. De wetering is daar minder diep en er liggen nogal wat kruisingen die de doorstroming bemoeilijken.'

Sleutelen

De LTO-bestuurder heeft niet de indruk dat er nog veel valt te sleutelen aan de opzet van het KWA-project. 'Het zou eenvoudiger kunnen, door meer sluizen aan te leggen in bijvoorbeeld de Hollandsche IJssel, maar dat maakt het weer duurder.'

Budget

Omdat er wel budget is voor compenserende maatregelen, vindt LTO Zuidwest-Utrecht dat de overheid maar met ruilgrond moet komen. Dat zou dan volgens Van Schaaik ruimte creëren om te kunnen schuiven met grond. 'Je hebt er toch mee van doen en dan kun je er nog wat van maken. De laatste kavelruil hier dateert al weer uit 2004, intussen is er al veel veranderd.'