Doen en ervaren in Bloeiend Bedrijf

Sanne JansenDe hoofdmoot van Bloeiend Bedrijf is vooral veel doen en ervaren. De demoregeling is vanuit de dagelijkse praktijk ingestoken. Vandaar ook de vele veldbijeenkomsten. Afgelopen maandag was er eentje bij het akkerbouwbedrijf van Walter de Milliano in Oostburg. Hij verbouwt aardappelen, uien en tarwe en is deelnemer aan het project.
‘Wat zie je in het veld? Wat gebeurt er met de bloei? Hoe doet de akkerrand het? Welke insecten zijn er actief? Dat soort vragen kwamen in een veldbijeenkomst aan bod. Heel nuttig’, vertelt De Milliano.
De akkerbouwer is te spreken over de kennisuitwisseling die plaatsvindt tussen de deelnemers en begeleiders van de demoregeling. ‘We delen ervaringen terwijl we een kijkje nemen in de praktijk. Mijn grootste uitdaging op dit moment zit in de afstemming van de plaagontwikkeling in de akkerrand en op het tarweperceel.’
De Milliano legt uit hoe dat zit: ‘De akkerrand groeit op dit moment langzamer dan de tarwe. Daardoor komt de natuurlijke plaagbestrijding nog niet helemaal goed uit de verf. Het is echt een leerproces, maar ik krijg het steeds beter onder de knie.’
In het ZLTO-gebied doen zo’n honderd akkerbouwers en veehouders met een akkerbouwtak aan Bloeiend Bedrijf mee. Deelnemers ontvangen een vergoeding voor de aanleg van akkerranden, voor gewascontrole en voor communicatie met de pers en met andere deelnemers. Ook besparen ze op gewasbeschermingsmiddelen.
De Milliano vindt het prettig om zo op laagdrempelige wijze kennis te maken met akkerranden voor natuurlijke plaagbestrijding. ‘Het is aantrekkelijk dat we betaald worden om iets te leren. Anderzijds kost het ons natuurlijk ook de nodige tijd. Maar het is voor een goed doel. Uiteindelijk is het de kunst om met meerdere bestrijdingen te stoppen.’

Niet te soft

Wat hem betreft moet er niet te soft worden gedaan over akkerranden. ‘De mooie bloemetjes zijn leuk voor het imago. Maar het is me vooral te doen om de slag die ik op mijn bedrijf maak op het gebied van functionele agrobiodiversiteit.’
Bij ZLTO draait het project van 2012 tot en met 2014. Projectleider Wico Dieleman is tevreden over de resultaten die geboekt worden. ‘Een groot compliment gaat naar de deelnemers die dankzij hun enthousiasme zijn gekomen tot meer kennis van natuurlijke plaagbestrijders, minder insecticide bespuitingen, lagere doseringen en andere middelenkeuzes.’