'We verdienen geld voor boeren in plaats van aan boeren'

'Samen met boeren de toekomst maken, dat is onze missie', zegt directeur Ronald van de Ven. 'Wij geloven in een efficiënte en duurzame veehouderij die hoogwaardig voedsel produceert voor de Europese bevolking. Dit moet niet alleen op een duurzame, maar ook op een dierwaardige manier gebeuren.'

De extra kosten moeten vanuit de markt worden betaald. Dat valt helaas nog niet mee

Ronald van de Ven, directeur Voergroep Zuid

Daarin zijn zeker nog stappen te zetten, erkent de directeur van een van de grootste mengvoerbedrijven van Nederland. Iets waar Voergroep Zuid samen met klanten en leden invulling aan wil geven. Met daarbij speciale aandacht voor jonge boeren.

Van de Ven windt er geen doekjes om: 'We maken voer van een goede en constante kwaliteit tegen een scherpe kostprijs, waarmee dieren gezond blijven en top kunnen presteren. Daardoor kunnen onze klanten en leden geld verdienen en toekomstperspectief behouden.'

Hoe maakt u deze ambitie waar?

'Wij zijn groot genoeg om voorop te lopen en klein genoeg om flexibel te zijn. Korte lijnen, een no-nonsenseaanpak, zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. We weten wat in de regio speelt en zijn betrokken bij het boerennetwerk in ons werkgebied. Daarnaast zijn we een echte coöperatie. Bij ons zijn boeren de baas. Als bedrijf zetten we in op geld verdienen voor boeren in plaats van aan boeren.'

En werkt die aanpak?

'Zeker. Daardoor groeien wij in een krimpende markt en blijven wij ook in de toekomst een gezonde boerencoöperatie. Onze prestaties op het boerenerf zijn onderscheidend. Dat zien we terug in de monitoring die we hebben opgebouwd en de benchmark met onze concurrenten. Dit biedt ook inzicht in hoe wij onze producten verder kunnen verbeteren.'

Hoe vertaalt zich dat naar het boerenerf?

'We voorzien onze klanten en leden van goed voer tegen een scherpe kostprijs en een gedegen advies over de toepassing hiervan in de stal. Samen met de boer zorgen we zo voor gezonde dieren die topprestaties kunnen leveren. Naast partner in de stal willen we ook de partner zijn aan de keukentafel die inspireert en meedenkt in de ontwikkeling van het boerenbedrijf.'

En daar komt de coöperatie om de hoek kijken?

'Inderdaad. Zo besteden we veel tijd en geld aan ons jongerenprogramma Boeren met LEF. Hiermee helpen we jonge ondernemers bij hun persoonlijke ontwikkeling en met hun ondernemerschap. We hebben programma's ontwikkeld voor meerdere leeftijdsgroepen. Dit jaar hebben ongeveer honderd jonge boeren aan de programma's deelgenomen.'

Toekomstperspectief houden en tegelijkertijd kunnen investeren in de transitie van de landbouw vraagt een goed verdienmodel voor boeren. Welke rol speelt Voergroep Zuid hierin?

'We ondersteunen ze via goed advies, onze voeraanpakken per sector, goede en constante voeders en het monitoren van de resultaten. Dit laatste geeft veel inzicht en stuurinformatie voor onze klanten. Maar ook wijzelf kunnen op basis van deze gegevens onze voerpakketten continu verbeteren.'

De helft van de grondstoffen komt uit de regio waar uw leveranciers en afnemers zitten. Is dat een bewuste keuze?

'Wij willen een steeds groter deel van onze grondstoffen uit Europa en de regio halen. Veel voergranen komen uit graangebieden in België, Duitsland en Noord-Frankrijk. Doordat wij met onze fabrieken midden in de veehouderijregio zitten, hebben we lagere transportkosten naar de boer en minder emissies.'

'Ook gebruiken veel boeren circulaire producten in het rantsoen. Dit is goed voor het milieu en verlaagt de CO2-voetafdruk. Daarnaast verwerken we steeds minder overzeese grondstoffen, waarbij we certificaten hebben die tonen dat ze ontbossingsvrij zijn geproduceerd. Ook helpen we boeren hun voetafdruk te verkleinen.'

Hoe doet u dat?

'Wij hebben de voetafdruk van al onze voeders in kaart gebracht. Via onze CO2-voetafdruk-cockpit kunnen we dagelijks de voetafdruk van de producten monitoren. Van daaruit leveren we ook de benodigde data aan in de keten, zodat verwerkers de voetafdruk van het eindproduct kunnen berekenen.'

'Daarnaast ontwikkelen we voeders met een lagere CO2-emissie. Een voorbeeld: we zijn in staat de voetafdruk van varkensvoer met 25 tot 30 procent te verlagen. Wel stijgt de kostprijs dan met 70 cent per 100 kilo. Die extra kosten moeten vanuit de markt worden betaald. Dat valt helaas nog niet mee.'

De varkenshouderij heeft de Europese duurzaamheidsdoelstelling van 2030 behaald. Is het verder verduurzamen van de keten van de baan?

'Allesbehalve. De voetafdruk van een varken is ten opzichte van referentiejaar 1990 inmiddels zo'n 55 procent lager. Passen we de komende jaren in nieuwe stallen dagontmesting toe en zetten we de mest om in duurzaam groen gas, dan gaat de CO2-voetafdruk van varkensvlees nog verder omlaag en kan het product op dat gebied prima concurreren met vleesvervangers. Zeker als je de voetafdruk bekijkt per voedingswaarde.'

De afgelopen jaren is veel kritiek geweest op de gangbare veehouderij. Hoe ziet u de toekomst?

'Ik ben heel positief. Als de communicatie naar de maatschappij maar goed verloopt en mensen in de keten elkaar willen vinden. Als er over enkele jaren 20 tot 30 procent minder boeren zijn, verwacht ik voor de jeugd die door wil gaan hele goede verdienmodellen. Ik geloof ook dat de investeringen op het gebied van dierenwelzijn betaalbaar worden. Mits de politiek ontwikkelruimte blijft geven.'