T1 optimaal toepassen door inspelen op actuele situatie
In de loop der jaren is het interval tussen de T1- en de T2-bespuiting sluipenderwijs een dag of tien langer geworden. Daar past volgens Guus Bergmans, technisch productadviseur akkerbouw van BASF, een aangepast middeladvies bij.
Ook het tijdstip van de bespuitingen komt nauwkeurig. 'Het rendement van graanfungicides is het hoogst als je ze preventief inzet', zegt Bergmans. 'De oudere akkerbouwers herinneren het zich misschien nog wel. In de jaren zeventig en tachtig zaten er ongeveer drie weken tussen de T1- en de T2-bespuiting. Maar tegenwoordig is het vier à vijf weken.'
De adviseur en zijn collega's bij BASF beschikken over de gegevens van meer dan vijftig jaar graanproeven. Ze zagen dat vooral het moment van de T1-bespuiting flink naar voren is gekomen. 'Vroeger vielen beide bespuitingen in de maand mei. Tegenwoordig zit de T1 al half april, dus binnenkort is het weer zover', zegt Bergmans. Als mogelijke redenen voor de verschuiving wijst hij naar de warmere winters (met ook vroegere mineralisatie) en ontwikkelingen bij de veredeling.
Hoog rendement
De graanschimmels houden zich nu nog redelijk rustig, maar dat mag volgens de adviseur geen reden zijn om de T1-bespuiting uit te stellen. 'We hebben al veel dauwnachten gehad met de nodige infectiekansen voor gele roest. Die schimmel heeft aan één dauwnacht genoeg om te sporuleren en te infecteren. Bij de huidige temperaturen is de cyclus van gele roest binnen twee weken rond.'
Het rendement van graanfungicides is het hoogst als je ze preventief inzet
Wat bij zijn advies ook meespeelt, is het werkingsprincipe van de middelen. 'De moderne graanfungicides geven het hoogste rendement als je ze preventief inzet', stelt Bergmans.
'Ze hebben vaak ook wel een curatieve werking. Maar als je ze pas inzet na een infectie, dan ben je sowieso een deel van de productiecapaciteit van het blad kwijt. Je hebt gewoon het meeste plezier van de T1- en de T2-bespuiting als je ze preventief inzet', zegt de adviseur.
Sterk op roesten
Het eerdergenoemde langere interval tussen de T1- en de T2-bespuiting is wat Bergmans betreft reden om kritisch naar de middelkeuze te kijken. 'Als je gaat voor een hoge opbrengst, dan is het een serieuze optie om op T1 iets meer bescherming mee te geven als je rekening moet houden met roesten. Middelen met een strobilurine als actieve stof zijn daarvoor heel geschikt. Die zijn altijd sterk op roesten', zegt hij.
'Ons middel Retengo op basis van de pyraclostrobine is heel geschikt om bij te voegen. Wij hebben in proeven gezien dat toevoegen van pyraclostrobine aan de T1-mix zomaar 600 kilo meeropbrengst kan geven. En je profiteert dan sowieso van een aantal andere belangrijke eigenschappen van die actieve stof', licht de adviseur toe.
'Pyraclostrobine maakt een gewas weerbaarder en minder stressgevoelig. Ook profiteer je van meer groen blad (het greeningseffect) en een hogere stikstofopname. Dat zijn allemaal bewezen effecten', zegt Bergmans.
Resistentiemanagement
Bij het kiezen van de fungiciden speelt ook het resistentiemanagement een grote rol. De adviseur onderkent dat als geen ander en houdt er altijd rekening mee bij zijn adviezen. 'We zien dat ons middel Revytrex in veel schema's wordt ingezet op T2. Revytrex bevat de triazool Revysol. Dat betekent automatisch dat je op T1 vaak een middel met een andere triazool inzet. Op die manier houd je zoveel mogelijk actieve stoffen in de benen.'
Wanneer T1 en T2?
De optimale momenten voor de fungicidebespuitingen in graan zijn als volgt geformuleerd: T1: wanneer de tweede knoop zichtbaar is (of het derde blad van boven uit is). T2: wanneer het vlagblad volledig is ontwikkeld (en bij voorkeur als het nog overeind staat).Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner BASF
BASF
BASF ontwikkelt innovatieve fungiciden, herbiciden, insecticiden en groeiregulatoren voor land- en tuinbouw. Deze producten ondersteunen de telers om de...
Lees verder »