Onderzoek zorgt voor bruikbare lessen van de Boerenleenbank

De Boerenleenbank speelde in de vorige eeuw een belangrijke rol in veel gemeenten. Buurderij De Lage Hof in Overasselt liet Wageningen University & Research onderzoek doen naar de geschiedenis en de kracht van de lokale Boerenleenbank.

Onderzoek+zorgt+voor+bruikbare+lessen+van+de+Boerenleenbank
© Rabobank Archief

Buurderij De Lage Hof in het Gelderse Overasselt is een ontmoetingsplek, zorgcentrum en museum en vervult een belangrijke rol in de lokale samenleving. Vroeger was in dit gebouw ook de Boerenleenbank gevestigd. Het museum wil graag een breder publiek aantrekken en heeft daarom onderzoek laten doen naar de geschiedenis van de Boerenleenbank Overasselt.

De Lage Hof kon terecht bij de Wageningen Wetenschapswinkel, die maatschappelijke organisaties met beperkte financiële middelen ondersteunt bij het realiseren van onderzoeksprojecten. Tijdens hun onderzoek hebben studenten, begeleid door Zoë van Eldik van Wageningen Environmental Research en Jurrian Nannes van Wageningen Economic Research, zich onder meer gericht op de activiteiten binnen de bank en de impact op de lokale gemeenschap.

Het onderzoek, dat op 31 januari wordt gepresenteerd, laat zien dat een aantal uitdagingen waar agrarisch ondernemers vandaag de dag mee te maken hebben, ook de vorige eeuw al speelden.

Vroeger was de sociale relatie tussen de bank en haar klanten sterker

Zoë van Eldik, Wageningen Environmental Research

'Tussen 1878 en 1895 was er in Europa een grote landbouwcrisis. Veel boeren konden moeilijk aan krediet komen. Zij moesten vaak onderhandse leningen afsluiten bij leveranciers of andere kapitaalkrachtige partijen, die hiervoor woekerrentes rekenden', zegt Van Eldik.

'Om minder afhankelijk te worden van deze partijen, ontstonden ook in Nederland steeds meer maatschappelijke initiatieven die vanuit een coöperatieve bestuursstructuur de armoede onder burgers en boeren aanpakten. Daarbij werd actief naar oplossingen gezocht om de plattelandseconomie te versterken. Vaak gebeurde dit in samenwerking met sociaal-religieuze instituten.'


Pater van den Elsen

Zo werd in 1896 door pater Gerlacus van den Elsen de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB) opgericht, alsook de eerste Boerenleenbank in het Brabantse Geldrop, en twee jaar later in Eindhoven de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank (CCB) waar de plaatselijke boerenleenbanken onder vielen.

Mede door de opkomst van verschillende coöperatieve maatschappijen en door de professionalisering van de landbouw en het landelijk beleid ervan herrees de Nederlandse landbouw rond de eeuwwisseling uit de crisis.


Onbeperkte aansprakelijkheid

De Boerenleenbank Overasselt werd in 1907 opgericht en sloot zich aan bij de CCB. Het coöperatieve bestuursmodel van de Boerenleenbank schreef voor dat alle leden van de bank eigenaars zijn met onbeperkte aansprakelijkheid.

Er moest lokaal worden geopereerd om goede, persoonlijke verstandhoudingen te garanderen tussen bank en lener. Kennis van de omstandigheden en borgen van een kredietaanvrager brachten immers meer zekerheid over de terugbetaling van de lening.


Welgestelde boeren

Het bestuur van de Boerenleenbank in Overasselt bestond uit de meer welgestelde boeren uit het dorp. Dit waren voornamelijk rundveehouders vanwege hun aanzien en grootte van hun onderpand. Het bestuur had als taak leden toe te laten of te ontzetten, het toekennen van krediet, het bepalen van de hoogte van de spaar-, krediet- en hypotheekrente en het benoemen van de kassier.

Uit de historische data van deze bank blijkt dat er van begin af aan altijd ruim voldoende inleg is geweest om leningen te kunnen verstrekken. Dat betekent dat er lokaal bij vermogende boeren veel vertrouwen was in dit coöperatieve systeem.


Tekst gaat verder onder het kader

Grote uitdagingen voor het regionale landbouwsysteem

Voor het onderzoek naar de geschiedenis van de Boerenleenbank in het Gelderse Overasselt zijn een-op-een interviews gehouden met directeur Antoine Driessen van Rabobank Rijk van Nijmegen, Rob Engels, wethouder financiën en grondexploitatie van gemeente Heumen, en directeur Hermen Vreugdenhil van Collectief Rivierenland. Zij vinden alle drie dat er grote uitdagingen zijn voor het regionale landbouwsysteem. De brede uitdaging voor boeren is volgens Driesen om lokaal een verdiencapaciteit te genereren, op een sociaal-verantwoordelijke manier. Hij stelt dat het vinden van oplossingen voor deze uitdagingen een verantwoordelijkheid is voor de hele keten. Daarin zouden boeren niet per se meer verantwoordelijkheid moeten dragen dan de andere schakels in de keten, vindt de Rabobank-directeur. De rol van gemeente Heumen, waar Overasselt onder valt, is volgens Engels vooral om creatief mee te denken met boeren over mogelijkheden binnen de bestaande wet- en regelgeving. Vreugdenhil wil zijn leden aansporen om zoveel mogelijk uitdagingen aan te gaan met agrarisch natuurbeheer en natuurinclusieve landbouw.

Om lid te kunnen worden van de Boerenleenbank Overasselt, moest je lid zijn van de NCB. Na een statutenwijziging in 1956 konden ook niet-boeren worden toegelaten als lid van de bank.

Een andere grote verandering is volgens Van Eldik de opkomst van automatisering en digitalisering. 'In eerste instantie werden alle aantekeningen met de hand geschreven. Met de opkomst van computers ging het verstrekken van leningen een stuk efficiënter, maar dit had ook gevolgen voor de sociale relaties.'


Emotionele band

Vroeger was de sociale relatie tussen de bank en haar klanten sterker. 'Er was een vertrouwensband en mensen die een lening namen, voelden een verplichting om de gemaakte afspraken na te komen en het geld terug te betalen. Tegenwoordig is die emotionele band niet of nauwelijks meer aanwezig. Daardoor is er niet alleen een grotere afstand tussen banken en klanten ontstaan, maar neemt ook het vertrouwen in banken af', licht Van Eldik toe.

Tegelijkertijd biedt het coöperatieve gedachtegoed ook nu nog altijd kansen voor boeren in de regio. Van Eldik: 'Dat blijkt ook uit de interviews met Rabobank Rijk van Nijmegen, gemeente Heumen en Collectief Rivierenland. Zij zijn alle drie enthousiast over de coöperatie als organisatiestructuur en vinden dat deze nog altijd bruikbaar is.'


Goed en gevarieerd beeld van het verleden in Overasselt

Buurderij De Lage Hof in het Gelderse Overasselt wil met de resultaten en informatie uit het onderzoek in gesprek over het heden en de toekomst van de agrarische sector in deze regio. 'We zijn druk bezig om veel informatie ook audiovisueel te gaan presenteren', zegt Fons Gijsbers, vicevoorzitter en museumcoördinator van Buurderij De Lage Hof. 'Op die manier willen wij interessanter worden voor onze huidige doelgroep en hopen wij in de toekomst ook jonge gezinnen aan ons te kunnen binden.' Gijsbers is blij met de resultaten van het onderzoek. 'De studenten hebben onder andere archiefonderzoek mogen doen bij de Rabobank en hebben talloze interviews gehouden met vrijwilligers, mensen uit Overasselt en oud-bestuursleden en medewerkers. Ik denk dat ze daardoor een goed en gevarieerd beeld hebben kunnen weergeven van het verleden van de Boerenleenbank Overasselt.' De museumcoördinator hoopt dat het onderzoek ook inspiratie biedt voor de huidige generatie boeren en tuinders. 'Ik zou graag zien dat de huidige generatie bestuurders en boeren in staat is om met elkaar in gesprek te gaan en gezamenlijk tot oplossingen te komen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    3° / 0°
    10 %
  • Vrijdag
    3° / -1°
    10 %
  • Zaterdag
    4° / -3°
    10 %
Meer weer