Mais heeft minimaal 120 groeidagen nodig

Ultravroege mais biedt telers op zand- en lössgronden de mogelijkheid om het gewas te blijven telen en tegelijkertijd te voldoen aan de rotatieverplichting. Die verplichting vloeit voort uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en regelt dat in de periode van 2023 tot 2027 jaarlijks op een kwart van het maisareaal een rustgewas moet worden geteeld.

Mais+heeft+minimaal+120+groeidagen+nodig
© Twan Wiermans

De verplichting om voor 1 september op een kwart van het maisareaal een rustgewas te telen, hangt nauw samen met de Kaderrichtlijn Water. In 2000 stelde de Europese Unie de richtlijn vast die het realiseren en behouden van chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlakte- en grondwater beoogt. De rotatieverplichting wordt in 2027 opgeschroefd naar eens in de drie jaar.

Met een maisras dat vroeg afrijpt – de zogenoemde ultravroege rassen – kan aan die verplichting worden voldaan. Voorwaarde is wel dat het gewas voldoende groeidagen krijgt. 'Wil je rijpheid, dan heeft mais minimaal 120 groeidagen nodig', is de ervaring van Jos Groot Koerkamp van Limagrain.

Arjan Lassche van zaadfirma KWS beaamt dat; ook ultravroege mais heeft een minimaal aantal groeidagen van tussen de 120 en 130. In de praktijk betekent dit dat voor 1 mei moet zijn gezaaid. Ook al zijn de omstandigheden, in het bijzonder de bodemtemperatuur, dan niet optimaal. 'Mijn ervaring is dat de telers die over alle jaren vroeg zaaien, gemiddeld toch meer droge stof oogsten', merkt Lassche op.

Een overmatige stikstofgift kan het afrijpen van het maisgewas vertragen

Erik Mosterman, adviseur bij DLV Advies Resultaat

Mais beleefde in Nederland begin jaren zeventig de grote doorbraak. In de jaren daarna maakte de veredeling naar ultravroege rassen een succesvolle teelt van mais in Denemarken, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk mogelijk. In Nederland vindt ook rassenonderzoek plaats naar twintigwekenmais, omdat daar toenemende belangstelling voor is. Zo zijn er melkveehouders die eerst nog een snede gras willen oogsten, voordat zij het perceel omploegen.


Laat voorjaar

Ook een nat (en dus laat) voorjaar zoals in 2023 en 2024 is van invloed. In Friesland werd afgelopen jaar tijdens een veldexperiment ervaring opgedaan met het ultravroege maisras Cito (KWS). Dit met het oog op het kunnen zaaien van een rustgewas. De geplande zaaidatum van het ras lag op 1 mei, maar vond door het uitzonderlijk weer pas veertien dagen later plaats op een zwaar zandperceel in Drachtstercompagnie.

De helft van het proefperceel is bemest met 140 kilo maismest per hectare, terwijl de andere helft is behandeld met een wortelstimulator zonder kunstmest (Micosat). Verder zijn verschillende zaaidichtheden onder de loep genomen. Het gewas werd na 125 groeidagen geoogst. De verschillende zaaidichtheden onder de diverse bemestingen lopen niet erg uiteen.


• Dit artikel is onderdeel van het thema Mais. Alle artikelen van dit themanummer vind je op de verzamelpagina.

Wel leverde de mais geteeld met Micosat, ongeacht de zaaidichtheid, een hoger drogestofgehalte en betere VEM-waarden op. Dit wijst, volgens adviseur Erik Mosterman van DLV Advies Resultaat die bij het experiment betrokken was, op een snellere afrijping en hogere voedingswaarde. De snellere afrijping van de mais zorgt waarschijnlijk voor de hogere voederwaarden.

Krijgt het gewas voldoende groeidagen, dan zijn met ultravroege maisrassen goede resultaten te halen. De drogestofopbrengst ligt wel lager. Tijdens het veldexperiment in Friesland ging het om een negatief verschil van 10 tot 15 procent.

Los van de keuze voor een ras met een snelle beginontwikkeling, wijzen de deskundigen van Limagrain en KWS op het belang van een voldoende fijn zaaibed. 'Daarmee valt in de praktijk nog wel wat winst te behalen', stellen zij. Een goed zaaibed zorgt voor een goede water- en luchthuishouding en stimuleert een snelle opwarming van de zaaihorizon, de bovenste 4 à 5 centimeter.

In de praktijk is het zaaibed vaak te grof, het maiszaad wordt te diep weggelegd of de grond is nog te nat, waardoor structuurschade ontstaat.


Stikstofgift

Een ander punt van aandacht dat wordt genoemd is de stikstofgift. 'Houd de stikstofbemesting beperkt; een overmatige stikstofgift kan leiden tot een vertraagde afrijping van de mais', merkt DLV-adviseur Mosterman op. De piek van de stikstofopname ligt rond de bloei en loopt daarna af. Lassche: 'Op gescheurd grasland ligt de mineralisatiepiek later en is een vanggewas zeker op zijn plaats.'

Het perceel waarop het rustgewas gezaaid gaat worden, moet daarvoor worden aangemeld bij de Gecombineerde opgave. Een tweede melding moet worden gedaan op het moment dat het rustgewas wordt gezaaid.

Is in 2024 door omstandigheden niet voldaan aan de rustgewasverplichting, dan betekent dit dat de verplichting in 2025 rust op de helft van het maisareaal. Zo'n omstandigheid kan bijvoorbeeld een slechte opkomst zijn, waardoor een teler besluit om het over te zaaien en het groeiseizoen dus later start. Vroeg geoogste mais wordt doorgaans apart ingekuild en als eerste opgevoerd.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    7° / 3°
    10 %
  • Vrijdag
    4° / -1°
    10 %
  • Zaterdag
    5° / -2°
    5 %
Meer weer