Optimale focus op opslagbeleid met sleufsilo’s
Krachtvoer in de vorm van brokken komt sinds vier jaar niet meer voor in het melkveerantsoen op melkveebedrijf Klein Stikken in Groenlo. Ruw- en krachtvoer zo goed en efficiënt mogelijk zelf verbouwen en opslaan is een belangrijk uitgangspunt van de melkveehouders. De sleufsilo's van Bosch Beton sluiten daar goed bij aan.
De mest is uitgereden, de bieten zijn gezaaid en deze maand wordt de mais gepoot. Nadat de eerste snede gemaaid is, gaan de koeien weer naar buiten. 'Vers gras in de koeien vinden we belangrijk voor een hoog aandeel benutbaar eiwit in het rantsoen. Dit heeft direct invloed op de melkproductie', aldus melkveehouder Jur Huetink.
Samen met Martin en Ethel Tuinte vormt Huetink sinds 2019 een maatschap op het Groenlose bedrijf. Op zijn ouderlijk melkveebedrijf in Winterswijk-Woold stopte zijn vader met de melkveetak en maakte de overstap naar recreatie. De droom om boer te worden zette Jur Huetink niet aan de kant. Hij werd zzp'er en werkte op diverse melkveebedrijven. Tot hij via via in contact kwam met Martin en Ethel Tuinte, die geen bedrijfsopvolger hadden op hun melkveebedrijf in Groenlo, maar wel op zoek waren.
Nadat Huetink een periode had meegewerkt op het bedrijf, besloten ze in 2019 om samen een maatschap te vormen. Dat bleek een goede zet. 'We delen dezelfde visie, we zijn allebei erg ondernemend en doelbewust. Mede daarom verloopt de samenwerking goed', aldus Huetink, die met zijn gezin in het nabijgelegen Zwolle woont. De melkveehouders leveren aan de duurzame melkstroom van DOC Kaas en ontvangen daarvoor met weidegang 6,5 cent bovenop de melkprijs.
'Voer moet broeivrij zijn en volgens ons kan dat prima zonder inkuilmiddelen of broeiremmers'
Zelf sturen met rantsoen
De focus op het zelf verbouwen van krachtvoer uit zich op verschillende facetten. Het rantsoen van de koeien bestaat uit gras, mais, gerst, bieten, tarwe en als eiwitbronnen bestendige raap, bierbostel en tarwegistconcentraat. 'Een koe krijgt 70 procent ruwvoer. Voer moet goed zijn en binnen anderhalf jaar wit gemaakt worden.'
Sinds vier jaar voeren de melkveehouders geen brok meer aan de koeien, met uitzondering van een transitiebrok. Huetink: 'We hadden vaak problemen met de krachtvoerboxen en ook vonden we de brok te duur. Door zelf krachvoer op eigen erf te hebben, kunnen we heel makkelijk sturen met het rantsoen. Uitgangspunten voor ons zijn het ureumgehalte en de mest. We streven ernaar het ureumgetal tussen de 15 en 18 te houden. Dit lukt, ook met weidegang.'
De melkveehouders werken veel samen met akkerbouwers in de buurt. Mede daardoor kunnen ze mest in de buurt kwijt. In Winterswijk-Woold telen ze granen en mais en in Angelo, op kleigrond, verbouwen ze voederbieten. 'Op de klei heb je een schonere biet, waardoor er minder zand in de pens van de koe terechtkomt. Ook is de opbrengst met bieten op kleigrond hoger', licht Huetink toe.
De externe grondstoffen kopen ze in op de termijnmarkt. Huetink houdt jaarrond de verschillende markten goed in de peiling en probeert daar goed op in te spelen. 'We kopen vaak in de zomer voor het hele jaar raapzaad en bierbostel in. Onder de bierbostelkuil hebben ze dit jaar voor het eerst droge bietenpulp ingekuild om het vocht op te vangen. Dat is uitstekend bevallen. Dan komen er in één keer twaalf vrachtwagens op het erf. Maar we hebben de opslagcapaciteit voor elkaar, dus dat is hier geen probleem.'
Focus op in- en uitkuilmanagement
Gras wordt jong gemaaid en droog ingekuild, zo rond de 45 tot 50 procent droge stof. 'We doen dit voor het hoge aandeel darmverteerbaar eiwit, bestendig eiwit is namelijk duur om aan te kopen. We schudden het gras veel en vaak en dekken de kuilen direct af. Ook strooien we altijd 1,5 kilo zout per vierkante meter op de kuil voor een goede conservering', vertelt Huetink.
Het opslagbeleid heeft veel aandacht bij de melkveehouders. De kuilen moeten goed vastzitten. Een goede verdichting vinden ze belangrijk. 'Voer moet broeivrij zijn en volgens ons kan dat prima zonder inkuilmiddelen of broeiremmers.'
Tijdens het inkuilen helpen de melkveehouders de loonwerkers met het aanrijden. Met name de zijkanten krijgen extra aandacht. Ook het uitkuilen gebeurt secuur. Om een voersnelheid van twee meter per week te realiseren bij de gras- en maiskuil, leggen ze de voersilo's liever lang en smal aan, dan breed. Een gronddek op de kuilen vinden ze eveneens onmisbaar.
Drie voersilo's op het erf zijn van Bosch Beton. In één silo, die in 2022 gebouwd is, is de bierbostel opgeslagen. In de andere sleufsilo, in 2024 aangelegd met een asfaltvloer, zit nu MKS. 'Asfalt bevalt ons erg goed. Klinkers worden ruw, het zuur vreet er als het ware in. Met name bij mais is dat goed zichtbaar, omdat mais erg zuur is. Asfalt is glad en het oogt netjes en af', vindt Huetink.
De derde silo is ook in 2024 aangelegd, voor mais. Normaal gesproken worden de silowanden met de voet naar binnen geplaatst, omdat de wapening zo gemaakt is om de druk van binnen naar buiten te borgen. Huetink en Tuinte kozen ervoor de wand om te draaien en te kiezen voor tegendruk met een grondwal.
'Als je de voet naar binnen zet, moet je over de hak asfalteren. Dan heb je een hoogteverlies van 10 centimeter van de hak plus nog eens 10 centimeter voor het asfalt. Op dit bedrijf is gekozen de wand zonder hak aan te schaffen, deze iets verhoogd te zetten en net 5 centimeter tegen de wand te asfalteren. Op die manier is het hoogteverlies slechts 5 centimeter', licht Cor Molenaar van Bosch Beton toe.
Tussen de wanden van de silo is een zuurbestendige bitumenkit aangebracht. De kit wordt verhit tot 120 graden en vloeibaar in de beide kanten van de naad ingespoten. Molenaar: 'Deze kit is altijd kneedbaar en wordt dus niet hard. Als de wand iets uitzet door warmte, dan komt de kit niet los.'
In de nieuwe silo kunnen bovendien perssappen en regenwater gescheiden worden door middel van een systeem met twee leidingen. In het Activiteitenbesluit staat namelijk dat perssappen niet in het oppervlaktewater terecht mogen komen. Bij het inkuilen staat de dop naar de put open. Als vervolgens de straatkolk gepasseerd is, die om de 8 meter gebouwd is, gaat de dop om en gaat het regenwater naar de sloot of wadi.
De ervaringen met Bosch Beton zijn goed. De kwaliteit is goed, het assortiment is groot en het contact met Cor Molenaar bevalt de melkveehouders goed. Huetink: 'Cor komt hier regelmatig om even bij te praten. Wij hechten aan prettige contacten om ons heen waar we mee kunnen overleggen en sparren. Als we volgend jaar de graskuilen aan gaan pakken, vragen we Bosch Beton er zeker weer bij.'
Bedrijfsgegevens maatschap Klein Stikken in Groenlo
Martin en Ethel Tuinte en Jur Huetink hebben 170 melkkoeien en 100 stuks jongvee. Ze leveren 9.625 kg melk met 4,55 vet en 3,60 eiwit. Gemiddeld ureum was 16,9 in 2024. Het bedrijf heeft 75 hectare grond in gebruik.Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Bosch Beton
Bosch Beton
Het klimaat verandert en de productie van een goede oogst wordt duurder en moeilijker. Goed ruwvoer is de basis voor alles en betekent een betere melkproductie...
Lees verder »