10.757 gevallen van blauwtong in 2024

De NVWA heeft 8.641 gevallen van blauwtong vastgesteld door een PCR-test en 2.116 op basis van klinische verschijnselen. Bij klinisch positief zijn de besmettingen geconstateerd op basis van kenmerkende symptomen, zonder dat dit verder in een laboratorium is onderzocht. PCR-positief betekent dat de gevallen daadwerkelijk door bloedonderzoek zijn bevestigd.

In de afgelopen twee weken zijn er in totaal nog 124 nieuwe besmettingen bij gekomen. Dat is een stuk minder dan de weken ervoor. Het hoogtepunt van de besmettingen was in de maanden augustus en september. Het virus wordt overgebracht door knutten. Die zijn voornamelijk in de zomer actief.

In 2024 zijn meer bedrijven door het blauwtongvirus getroffen dan in 2023. Uit gegevens van de GD blijkt dat de schapenpopulatie in Nederland 20 procent kleiner is dan voor de uitbraak van blauwtong. Het aantal dode schapen in 2024 bedroeg ruim 65.000 meer dan gemiddeld over de periode 2020-2022, wat hoger is dan de ruim 55.000 dode schapen meer in 2023.

Daarnaast is in 2024 sterfte door rodelebmaagwormziekte bij schapenlammeren frequent gemeld. Op bedrijfsniveau was de sterfte in 2024 door blauwtong bij schapenlammeren vergelijkbaar met 2023. De sterfte bij volwassen schapen was in 2024 significant lager dan in 2023, al was deze nog steeds verhoogd ten opzichte van blauwtongvrije jaren. In hoeverre vaccinatie hierbij een rol in heeft gespeeld, wordt nog verder onderzocht.

Volgens de GD zijn ook meer geiten gestorven. In 2024 stierven ruim 5.000 meer geiten dan in de jaren voor de uitbraak van blauwtong. In 2023 waren dit ruim 1.000 dode geiten meer. Op bedrijfsniveau steeg de sterfte van geiten licht. Maar er is geen significant hogere sterfte van volwassen geiten op bedrijven met blauwtongverschijnselen. De impact van blauwtong op de sterfte bij geiten is volgens de GD een stuk lager dan op de sterfte bij schapen.