Lagere straffen geëist voor stalbezetters Boxtel

In een eerder vonnis legde de politierechter twee weken voorwaardelijke gevangenisstraf op en een geldboete van 300 euro voor de stalbezetting in het Brabantse Boxtel op 13 mei 2019. Maar de lange tijd tussen het eerste vonnis – 6 november 2019 – en het hoger beroep maandag is voor de advocaat-generaal reden voor een lagere strafeis.

Voor het Openbaar Ministerie (OM) blijft overeind dat er met de stalbezetting sprake was van lokaalvredebreuk en dat daarmee strafbare feiten zijn gepleegd. De advocaten van de 67 stalbezetters pleiten voor vrijspraak en beroepen zich daarbij onder meer op het demonstratierecht.

Dat recht is de laatste jaren behoorlijk opgerekt. Zie bijvoorbeeld de snelwegblokkades van Extinction Rebellion, die juridisch door de beugel kunnen. De bezetting van de stal, volgens de activisten bedoeld om een maatschappelijke misstand (lees: dierenleed) aan de kaak te stellen, zou geweldloos zijn verlopen en bevelen van de politie zouden vreedzaam zijn opgevolgd, aldus de verdediging.

Startpunt FDF

Verder wil de verdediging dat het OM in deze zaak niet-ontvankelijk wordt verklaard vanwege onzorgvuldigheden in de bewijsstukken. De stalbezetting in Boxtel in mei 2019 leidde tot grote woede onder boeren en vormde het startpunt van Farmers Defence Force (FDF).

Overigens is ook een schuldigverklaring zonder strafoplegging niet zonder consequenties. Zo'n veroordeling leidt tot een strafblad (aantekening 9a) wat weer gevolgen kan hebben bij een aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en bij reizen naar het buitenland. Het hof in Den Bosch doet 16 december uitspraak.