'Volgend jaar kan mestproductie pluimvee niet of nauwelijks dalen'

Het amendement-Flach/Vedder heeft het dinsdag 15 oktober niet gehaald. Dit voorstel hield in dat de sectorplafonds voor pluimvee en varkens wel zouden worden verlaagd, maar op zo'n niveau dat deze sectoren – die al jarenlang onder hun plafond zitten – daarmee geen opgave zouden krijgen. De fractie van BBB steunde dat voorstel niet en zegt daarbij dat ze 30 procent afroming heeft voorkomen. Volgens De Jong is dit pertinent niet het geval.

Het voorstel van voormalig landbouwminister Piet Adema was dat iedere sector 10 procent krimp zou krijgen op het mestplafond. Voor pluimvee zou dit een plafond van 21,6 miljoen kilo fosfaat zijn. De huidige landbouwminister Femke Wiersma heeft in haar voorstel 20 miljoen kilo fosfaat staan. Het amendement Flach/Vedder ging uit van een plafond van 20,7 miljoen kilo, waarmee de sector een precies passend plafond had. Daar kon de pluimveesector mee leven omdat de bedrijven dan nog op een normale wijze konden doorproduceren, stelt De Jong.

Pluimveesector afgestraft

Maar nu is de pluimveesector volgens de voorzitter afgestraft voor alle inspanningen die deze de afgelopen jaren heeft verricht om geen mestprobleem te hebben. Door het amendement-Grinwis is het plafond dan nog op 20,3 miljoen kilo gesteld, maar de sector moet dus wel 400.000 kilo fosfaat inleveren. Of dat gaat lukken is nog maar de vraag.

De Jong verwacht dat er dit najaar een flinke handel in pluimveerechten zal zijn, zodat de pluimveehouders hun rechten zo goed mogelijk op peil hebben voordat afroming plaatsvindt. Volgend jaar komt de handel dan stil te liggen en de pluimveehouders die nog moeten leasen zullen dat zo lang mogelijk uitstellen.

Pluimveehouders kunnen hun mestproductie ook niet zomaar verlagen. Leghennenhouders hebben hun nieuwe hennen al besteld en hebben contracten voor het leveren van eieren. Ook vleeskuikenshouders hebben afspraken over hun leveringen. Misschien kunnen ze aan het einde van 2025 nog wat rekken, maar veel zal dat niet zijn.

Nauwelijks krimp

Resultaat zal zijn dat er van krimp in de mestproductie van pluimvee in 2025 nauwelijks sprake is. Als de minister daardoor haar doelstellingen in de totale mestproductie niet haalt, kan het betekenen dat er in 2026 toch nog een generieke krimp komt voor pluimvee.

Of dat zo'n vaart gaat lopen is nog een open vraag, volgens De Jong. Hij verwacht dat er in met name de melkveesector krimp komt, zeker als er nog snel een goede opkoopregeling bij komt. Melkveehouders hebben dit jaar al te maken met hoge mestafzetkosten en dat zal volgend jaar nog toenemen.

Ondertussen worden de juridische mogelijkheden onderzocht om het besluit tot afroming aan te vechten bij de rechter. Dit doet LTO/NOP in samenspraak met de Producentenorganisatie Varkenshouderij en Nederlandse Vakbond Pluimveehouders