Loeren bij de Boeren toont diversiteit

Een van de deelnemende melkveehouderijen is van Marty Reurink en Astrid Kooij in het Gelderse Neede. In dezelfde provincie zette ook Freek Beernink zijn deuren open tijdens Loeren bij de Boeren. Zijn bedrijf staat in Beltrum. Lees hieronder hoe deze melkveehouders hun bedrijf runnen.

'Je krijgt ook kritische vragen, maar daar moet je voor openstaan'

Reurink is een melkveehouder met zo'n 130 koeien. Sinds zes jaar is hij weer begonnen met weidegang. Er is zelfs een 'leerweitje' voor de kalveren waar zij ervaring op kunnen doen met grazen. Reurink en Kooij zijn sinds drie jaar een paar en hebben zo ieder hun eigen achtergrond. Voor beiden geldt: het werkplezier staat bij hen voorop.

Reurink heeft het melkveebedrijf overgenomen van zijn vader. Kooij komt van een tuinbouwfamilie en is veel in het buitenland geweest. Zo heeft zij in IJsland aardbeikassen geëxploiteerd. De energie daarvoor kwam uit de grond. Dat liep goed, vertelde ze bezoekers van Loeren bij de Boeren. 'Omdat IJslanders echt bereid zijn om meer te betalen voor een product van eigen bodem.'

IJssalon en buurtwinkel

Haar ondernemersgeest leidde op De Kuper tot het openen van een ijssalon annex buurtwinkel met ook andere zuivelproducten van eigen melk: Het Buurtkupertje. Zij betrekt de zuivelproducten nu van een collega-boerin, maar de ijsproductie is echt een topper. De boerderij ligt aan een fietsroute. Ook zijn er meerdere campings in de buurt. Zo trekt de ijssalon veel dagrecreanten en toeristen.

Kooij verwerkt rauwe melk van eigen bedrijf. Dat luistert nauw wat betreft hygiëne. Er zijn strenge controles. Reurink en Kooij laten bezoekers vrij toe op hun bedrijf en doen bijvoorbeeld ook mee aan de Campina Open Boerderijdagen. Bezoekers kunnen zo zien hoe een boerderij functioneert. Zoals Kooij zegt: 'De media leggen de nadruk op de tegenstelling tussen boeren en burgers. Mijn ervaring is dat als je gewoon met mensen praat, die kloof er niet of veel minder is. Uiteraard worden ook kritische vragen gesteld. Daar moet je voor openstaan.'

Weidegang voorwaarde

Kooij zelf blijkt ook niet kritiekloos, als zij vertelt dat zij dit avontuur van ijs maken alleen wilde aangaan 'met een boer die zijn koeien weidegang geeft'. De ijssalon is een gezonde onderneming waar jaarlijks ongeveer 8.000 kilo melk tot ijs wordt verwerkt. De noodzakelijk kennis heeft Kooij opgedaan door mee te lopen bij een andere ijsboerderij. Ook heeft zij een aanvullende cursus gedaan.

Reurink en Kooij geven meer inkijkjes in hun dagelijks werk. Zo vertelt Reurink dat hij graag meer grond zou willen hebben. Ook heeft hij regelmatig backpackers van over de hele wereld te gast, die tegen kost en inwoning meedraaien op het bedrijf.

Over zijn Lely Vector, bedoeld om voer automatisch de stal in te rijden, is de melkveehouder kritisch. De investering was fors en de ervaringen zijn geen onverdeeld succes. 'In het begin had het ding voortdurend kuren. Maar op die manier krijg je met de servicemonteur wel een band', zegt hij met een knipoog.

'Wij scoren met ons bedrijf goed op een laag stikstofbodemoverschot'

Tijdens Loeren bij de Boeren was het melkveebedrijf van Beernink een van de vijf bedrijven die binnen het thema kringlopen hun deuren openden voor bezoekers. Als bedrijf dat zoveel generaties teruggaat en de landbouwpraktijk door de eeuwen heen met regelmaat heeft zien veranderen, is het nieuwe jaarthema van VK-Oost, 'Rendement in een nieuwe realiteit', bijzonder interessant.

Beernink heeft de boerderij pas overgenomen van zijn vader Joan. Die vertelt dat de naam Beernink al in eeuwenoude archieven is terug te vinden als leenheren. Voordat Beernink op het bedrijf van zijn vader terugkwam, heeft hij wat in het buitenland rondgekeken. Hij kwam onder meer in de Verenigde Staten terecht op een bedrijf met destijds duizend koeien. 'Maar dat zijn er waarschijnlijk nu wel vierduizend', verwacht hij.

Freek Beernink en zijn echtgenote Marieke hebben één kind en een tweede is op komst. Zijn vader en hij zijn ambitieuze boeren die openstaan voor vernieuwingen. Zo hebben zij weides met kruidenrijk grasland en willen zij in de toekomst dat aandeel nog uitbreiden. Het kruidenrijk grasland heeft tot nu toe hoge opbrengsten van goede kwaliteit en zorgt voor een goede melkproductie. Op die manier kan de melkveehouder ook de voerkosten wat drukken.

Geen bezwaar tegen Urgenda

Volgens de ondernemer is het hebben en houden van dit type land een vak apart. Aan het zaaigoed wordt ook financieel bijgedragen door de organisatie Urgenda, waarover Beernink zegt: 'Misschien niet helemaal mijn club, maar als zij zo wat komen brengen, dan heb ik er geen bezwaar tegen.'

Het bedrijf beheert ook nog zo'n 9 hectare natuurgrond. Dat past enigszins bij de achtergrond van de melkveehouder, want hij heeft bos- en natuurbeheer gestudeerd. Geleidelijk kwam hij erachter dat zijn hart toch niet in die richting lag. 'Puur natuurbeheer paste niet bij mij. Ik ben meer een ondernemer, een echte ondernemer.'

Robuustere soort koeien

Zijn ongeveer 140 melkkoeien hebben twee derde Fleckvieh-bloed en één derde Holstein-Friesian-bloed. Dat leidt tot een wat robuustere soort koeien.

Beernink, die ook zo'n zestig stuks jongvee heeft, doet verder mee aan de praktijkpilot 'Koe en Eiwit' om via de voersamenstelling de eiwitgift aan de koeien tot het noodzakelijk minimum te beperken. In zijn ogen betaalt dat zich terug door een lagere mestafvoer en relatief lage ammoniakemissie per hectare.