Spaanse boerenorganisaties ageren tegen oppervlaktenormen varkens

Asaja en Coag willen de overgangsperiode met drie jaar verlengen tot 9 januari 2028. Op die manier wordt volgens de boerenorganisaties een geleidelijkere verandering mogelijk en is het draagvlak onder Spaanse varkenshouders groter.

Daarnaast roepen de organisaties de Spaanse overheid op om de nieuwe eisen aan vrije vloeroppervlakte te heroverwegen. Een gespeende big zou op 0,24 vierkante meter moeten worden gehouden. Dit is nu nog 0,20 meter. Voor een vleesvarken wordt gekeken naar 0,74 vierkante meter in plaats van de huidige 0,65 meter.

De twee organisaties stellen dierdichtheden voor van 0,22 vierkante meter per gespeende big. Ter vergelijking: in Nederland is dit 0,3 vierkante meter. Asaja en Coag willen per vleesvarken naar 0,68 vierkante meter. In Nederland is dat 0,8. Boven de 110 kilo stellen de organisaties 1 vierkante meter voor en voor varkens zwaarder dan 130 kilo 1,18 vierkante meter.

Kosten

Als de in het besluit voorgestelde oppervlaktenormen begin 2025 worden ingevoerd, dan kost dat ruim 300.000 euro voor een gemiddeld Spaans varkensbedrijf. De productiecapaciteit van varkenshouderijen zou 7 tot ruim 16 procent dalen.

Als een gemiddeld varkensbedrijf uitbreidt om het productieniveau op peil te houden, dan gaat dat meer dan 500.000 euro kosten. Dit is bovendien lastig te realiseren vanwege de regelgeving en administratieve rompslomp die komt kijken bij vergunningverlening.

Volgens Asaja en Coag is versoepeling van de oppervlaktenormen van essentieel belang om een ordelijke transitie te garanderen en economische levensvatbaarheid van de boerderijen te behouden. Het sociaaleconomische evenwicht van grote plattelandsgebieden is ermee gemoeid.