Reeuwijkse boer dupe van blunder provincie Zuid-Holland

Onlangs zei Olieman het afschuwelijk te vinden dat hij al tien jaar wordt achtervolgd door milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB). Maar hij bleef laconiek. 'De overheid zegt dat ik te goeder trouw heb gehandeld. Ik zit in feite met een vrij geweten in de rechtszaal. Je moet van het probleem van de overheid niet jouw probleem maken.' Dat wordt anders, zegt hij, als er dwangsommen komen. Die lijken nu gevaarlijk dichtbij.

De Raad van State bood provincies eind februari enige ruimte om af te zien van handhaving van illegaal werkende PAS-melders zoals Olieman. Provincie Zuid-Holland besloot vervolgens om de Reeuwijkse varkenshouder voor de zoveelste keer niet aan te pakken, ondanks eerdere opdrachten daartoe van de Haagse rechtbank.

Opnieuw bezwaren

Maar vorige week sloeg de rechtbank keihard terug. Na opnieuw bezwaren van MOB oordeelde de rechtbank dat de handreiking die de Raad van State bij handhaving bood, niet goed is begrepen door provincie Zuid-Holland.

De provincie kon afzien van handhaving bij Olieman, als zijn belangen en de belangen van de natuur evenwichtig waren beoordeeld. Handhaving zou in dat geval onevenredig zijn. Maar de provincie heeft die natuurbelangen niet goed in kaart gebracht en kon daarom niet zeggen dat handhaving een te zware straf voor de varkenshouder zou zijn, stelt de rechtbank.

Wat nu?

De provincie moet binnen twee maanden opnieuw een besluit nemen over het handhavingsverzoek van MOB. Een degelijk onderzoek naar de natuurbelangen kan Olieman redding brengen. Maar de tijd is kort en dat onderzoek kan ook aantonen dat de natuur toch meer wordt aangetast dan de provincie denkt. Dan is legalisatie voor Olieman ver weg.

MOB-woordvoerder Valentijn Wösten stelde eerder voor om de stal tijdelijk te sluiten. Maar daar wilde Olieman niets van weten. De varkenshouder verklaarde onlangs bij de Haagse rechtbank dat sluiting van de stal zijn faillissement betekent. Maar dat argument maakte geen indruk. Volgens de rechtbank is dat argument niet onderbouwd.

Een dwangsom voor Olieman om sluiting van de stal af te dwingen, kan de rechtbank niet opleggen. Dat is volgens de rechtbank een bevoegdheid van de provincie zelf. Een stap van de provincie naar de Raad van State om het nieuwste oordeel van de Haagse rechtbank te laten schorsen, lijkt niet verstandig. De Raad van State is intussen ook klaar met het gedrag van de provincie. Bovendien kan de Raad van State wel een dwangsom opleggen aan de provincie als die niet snel een einde maakt aan de langdurige soap.