Groningen: geen pauze voor gebiedsplannen, wel meer tijd voor boeren

'We gaan de gebiedsprocessen afronden zoals afgesproken, maar er moet natuurlijk wel geld bij', zegt verantwoordelijk gedeputeerde Henk Emmens (BBB) tegen het ANP. Emmens zei deze week dat de pauzeknop mogelijk wordt ingedrukt, waarop acht partijen in Provinciale Staten onder aanvoering van GroenLinks een debat op 5 juni aanvroegen. Zijn uitspraak 'bevreemdt' onder meer de coalitiepartijen PvdA en ChristenUnie. Zij vrezen vertraging bij het halen van de doelen op het gebied van natuur, water, klimaat en stikstof en de zekerheid van boeren.

'We houden ons aan het huidige beleid, maar geven wat extra tijd aan de landbouw om met een verdiepingsslag te komen', stelt Emmens hen alvast gerust. 'Maar je kunt niet uitvoeren, als je niet wat weet wat voor geld er komt', is zijn winstwaarschuwing.

De BBB-gedeputeerde is 'eigenlijk blij om een debat te voeren over de toekomst van het landelijk gebied' en het eventueel aanpassen van de opdracht van Provinciale Staten. Zoals afgesproken worden de gebiedsplannen in september naar het provincieparlement gestuurd.

148 miljoen voor koploperprojecten

Groningen vroeg vorig jaar 3,1 miljard euro van het Rijk voor natuurherstel, een robuuster water- en bodemsysteem en duurzamere landbouw. In afwachting van goedkeuring van het nu afgeschoten transitiefonds werd provincies in totaal alvast 1,28 miljard euro voor snel uit te voeren projecten in het vooruitzicht gesteld door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In het geval van Groningen werd 58 miljoen euro van de gevraagde 148 miljoen euro toegezegd.

'Deze koploperprojecten gaan door, heeft LNV ons medegedeeld', zegt Emmens. 'We kunnen iets doen, maar niet alles. Het gaat vooral om stalmaatregelen om de emissie van stikstof te verlagen, natuurherstel in Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek en wat andere kleine dingen', aldus de gedeputeerde, die de afgelopen tijd veel gesprekken heeft gevoerd met klagende boeren. 'We blijven natuurlijk kijken wat nodig is om hun verdienmodel te behouden. Eén ding is duidelijk: dat nog veel onduidelijk is.'