Actieplan moet akkervogelstand Flevoland boost geven

Dat stelt een aantal organisaties rond het akkervogelbeheer in Flevoland: BoerenNatuur Flevoland, LTO Noord, Kenniscentrum Akkervogels en Landschapsbeheer Flevoland. Ook provincie Flevoland ziet dat de algemene dichtheid in akkervogels er lager is dan in vergelijkbare provincies als Groningen en Drenthe.

De partijen kwamen vorig jaar al met een advies tot aanvullende maatregelen. Die zijn nodig omdat onderzoek laat zien dat zeven soorten akkervogels (veldleeuwerik, graspieper, gele kwikstaart, kievit, kneu, rietgors en witte kwikstaart) in aantallen achteruit blijven gaan. In de Noordoostpolder nemen de aantallen akkervogels overigens sterker af dan elders in de provincie. Slechts twee soorten gaan er op vooruit: de grasmus en kleine karekiet. Alleen zijn dat geen 'primaire' akkervogelsoorten.

Dat het in Flevoland slechter gaat dan bijvoorbeeld in andere kerngebieden voor akkervogels in Nederland is goed verklaarbaar. De provincie was tot 2016 altijd relatief onderbedeeld als het ging om middelen om de vogelstand te bevorderen. Ook was er sprake van versnippering in het beheer. Pas vanaf 2016 is dat beheer gebundeld in zogenoemde clustergebieden voor het ANLb, dat boeren ook meer zekerheid bood dat hun maatregelen voor langere tijd werden vergoed.

Animo

Overigens is er nog steeds meer animo onder Flevolandse boeren om wat aan de akkervogelstand te doen dan dat er middelen zijn, stellen de opstellers van het actieplan. Zij stellen daarom voor via het Flevolands Programma Landelijk Gebied (FPLG) de komende jaren aanvullende financiering vrij te maken voor het uitbreiden van de huidige regelingen. Het actieplan haakt ook aan op de Agenda Biodiversiteit Flevoland van waterschap Zuiderzeeland en het Green Paper Flevoland van LTO Noord en BoerenNatuur Flevoland.

De extra inspanningen die van deelnemende boeren worden gevraagd, kunnen bovendien worden gekoppeld aan de eco-regeling in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en aan keteninitiatieven voor natuurinclusieve landbouw. Ook kunnen ze worden gecombineerd met ecologisch beheer van dijken, kaden, waterlopen, oevers en bermen.

Aanvullende middelen

Uit het FPLG zouden de komende jaren aanvullende middelen beschikbaar kunnen komen voor uitbreiding van het ANLb en voor meer groenblauwe dooradering. Het beleid richt zich op acht clustergebieden, verspreid over de provincie en met een totaal oppervlak van ruim 5.600 hectare. Doel is dat uiteindelijk in 2033 de neergaande lijn is doorbroken en er in Flevoland sprake is van stabiele levensvatbare populaties.

Aan het actieplan zit ook een prijskaartje vast. De meerkosten van dit beleid bedragen zo'n 8,5 miljoen euro ten opzichte van de huidige kosten: 1,5 miljoen euro. Om het systeem effectiever te maken, is eenmalig een bedrag nodig van bijna 13,5 miljoen euro voor de aanleg van meer groenblauwe dooradering, zoals natuurvriendelijke oevers.

Een groot deel van de extra kosten die het actieplan met zich meebrengt, is al opgenomen in de aanvraag die provincie Flevoland heeft gedaan voor de financiering van het FPLG bij de rijksoverheid.