Van der Wal: 'Invloed ganzenpoep op stikstofuitstoot zeer beperkt'

Reden voor de Kamervragen waren foto's van ganzenuitwerpselen op met ijs bedekte sloten en vaarten die onlangs rondgingen op sociale media. Volgens de minister maakt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu een inschatting van de hoeveelheid ammoniak die door wilde dieren wordt uitgestoten in Nederland.

In totaal komt die voor vogels en zoogdieren uit op 1,9 kiloton ammoniak, met een bandbreedte van 1,3 tot 2,5 kiloton. Dit is 1,5 procent van de totale Nederlandse uitstoot van ammoniak. Uit een analyse in 2009 is gebleken dat de jaarlijkse mestproductie van grauwe ganzen 0,1 promille bedraagt van de totale mestproductie van landbouwhuisdieren. Wilde dieren hebben daarmee een zeer beperkte impact op de doelstellingen van het stikstofbeleid en het behoud van Natura 2000-gebieden, schrijft de minister.

NV-gebieden

BBB wilde ook weten of er bij de aanwijzing van met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) rekening is gehouden met de invloed van de uitwerpselen van ganzen, zwanen, smienten, eenden, aalscholvers en andere vogels.

'Over het algemeen zijn de emissies van watervogels en andere wilde dieren klein in vergelijking met de uit- en afspoeling van landbouwpercelen en de atmosferische depositie van stikstof. De invloed van watervogels is landelijk gezien zeer beperkt. De impact van watervogels op de aanwijzing van NV-gebieden is daarmee zeer beperkt', stelt Van der Wal.

Op emissieregistratie.nl wordt de nutriëntenbelasting van het water door watervogels bijgehouden. Vogelonderzoeker Sovon houdt de aantallen bij en waar ze voorkomen. Op basis van een inschatting van excretieforfaits van watervogels wordt de totale hoeveelheid mest van watervogels berekend.