Regionaal Landschap op grens Drenthe en Friesland stopt gebiedsproces

De landschapsvisie werd begin november vorig jaar gepresenteerd. Deze moet het toekomstbeeld schetsen voor een nationaal landschap dat zich uitstrekt van de Friese gemeenten West- en Ooststellingwerf tot ver in Zuidwest-Drenthe.

Vooral uit agrarische hoek kwam direct al veel protest. De landbouw werd als dragende functie nauwelijks genoemd en de boeren in het gebied werd in de visie onvoldoende perspectief geboden. LTO Noord sprak zelfs van een regelrechte bedreiging van de agrarische sector in de Drents-Friese grensstreek.

'In de landschapsvisie ligt de focus op natuur en biodiversiteit, waarbij de economie in het gebied geen plek krijgt. Er ontbreekt een geborgd en reëel toekomstperspectief voor de landbouw en daarmee dus ook voor de leefbaarheid op het platteland', meldde LTO Noord. Verder kwam een groep bezorgde streekbewoners met een breed gedeelde protestpetitie.

Conclusies

De stuurgroep heeft daarop zijn conclusies getrokken: 'Uit de reacties blijkt dat inwoners en organisaties erg betrokken zijn bij dit onderwerp. Men vindt de ontwikkelingen en het landschap en de kansen en bedreigingen ervoor in hun omgeving erg belangrijk. Tegelijk heerst er ook veel onzekerheid over het toekomstperspectief. Ook zijn er zorgen over de staat van de natuur.'

De eerdergenoemde kwesties moeten volgens de stuurgroep nu worden aangepakt in andere gebiedsprocessen, zoals het Drents en Fries Programma Landelijk Gebied. 'De reacties, informatie en inzichten die tijdens het inspraakproces op de landschapsvisie zijn verkregen, blijven van waarde voor de gezamenlijke zorg voor behoud van het landschap', stelt de stuurgroep. In februari volgt nog overleg over of – en zo ja, hoe – de stuurgroep verdergaat met het eigen gebiedsproces.

De huidige stuurgroep is in 2013 opgericht als samenvoeging van de voormalige overlegorganen van de Nationale Parken Dwingelderveld en Drents-Friese Wold. Het is een samenwerkingsplatform voor bestuurders van overheden, terreinbeheerders en maatschappelijke organisaties uit de recreatie- en landbouwsector in de regio om de Nationale Parken verder te ontwikkelen.