Kruising met vleesstier heeft geen negatief effect op melkkoe

Net als in Nederland wordt in de Verenigde Staten een deel van de melkveestapel gekruist met vleesveestieren, omdat de hieruit voortkomende zwaardere kalveren leiden tot toegevoegde waarde voor het bedrijf. In de Verenigde Staten gaat het vooral om de rassen Angus, Charolais, Limousin, Simmentaler, Wagyu en Montbéliarde.

De universiteit onderzocht de data van 75.246 lactaties van 39.249 runderen en keek wat het effect van vleesveesperma is op moeilijke geboorten, doodgeboorte, de drachtlengte en het risico op ziekteverschijnselen in de vroege lactatie.

Ook is gekeken naar het risico op vroegtijdige afvoer in het begin van de lactatie en het verschil in melkproductie. Wanneer ondernemers op het ondereind van de veestapel vleesveesperma inzetten, dan kan dat ook een oorzaak zijn van een lagere melkproductie.

Iets meer doodgeboorten

Uit dit onderzoek blijkt dat kruislingkalveren een iets grotere kans hebben om dood geboren te worden. Bij die kruislingkalveren is dit 5 procent, tegen 2 procent bij Holsteinkalveren. De drachtduur werd iets verlengd. Terwijl dit bij de Holsteinkalveren 277 dagen is, was dit bij bijvoorbeeld de Limousin 282 dagen. De Wagyu is koploper met 285 dagen.

Er was geen verschil in moeilijke geboorten, gezondheidsproblemen en afvoer in de vroege lactatie. Ook de melkproductie week niet af. De onderzoekers concludeerden dan ook dat over het algemeen het dragen van een kalf van de in het onderzoek meegenomen vleesveerassen geen negatief effect heeft op de melkkoe.