Minister tevreden over functioneren keuringsdiensten

De keuringsdiensten NAK, Naktuinbouw, BKD en KCB en de Raad voor Plantenrassen worden één keer per vijf jaar geëvalueerd op doelmatigheid en doeltreffendheid.

De vier plantaardige keuringsdiensten zijn in Nederland actief binnen het wettelijk kader van kwaliteits- en fytosanitaire controle. De diensten werken daarin nauw samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De belangrijkste taken van de Raad voor Plantenrassen zijn nationaal kwekersrecht verlenen en rassen en nieuwe landbouwgewassen toelaten.

De evaluatie is gedaan aan de hand van interviews die zijn gericht op het stelsel en op de interactie tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de betreffende organisaties. Ook is gekeken in hoeverre aanbevelingen uit een eerdere evaluatie in 2017 zijn opgevolgd. Verder is beoordeeld wat nodig is om het efficiënt functioneren van de keuringsdiensten en de Raad voor Plantenrassen te bevorderen.

Beter meetbaar maken

Naast het hoge niveau van functioneren merkt Adema voor de keuringsdiensten op dat zij een groot draagvlak hebben bij het Nederlandse bedrijfsleven. In het evaluatierapport wordt gesteld dat de diensten over het algemeen doeltreffend functioneren. Verbeterpunten zijn het beter meetbaar maken van de resultaten van de keuringsdiensten en inzetten op mogelijkheden om de samenwerking met verschillende partners in de keten te versterken.

Voor de Raad van Plantenrassen geldt de constatering dat het proces voor de aanvraag van nieuwe rassen transparant en voorspelbaar verloopt. Ook zijn er in de evaluatieperiode weinig klachten en bezwaren geweest over de taakuitvoering. Verder blijkt de raad opvolging te hebben gegeven aan aandachtspunten uit de eerdere evaluatie. Dat betreft onder meer actualisatie van taakuitvoering met de overheid en borging van deskundigheid.

In een reactie zegt Adema dat hij blij is met de conclusies in het evaluatierapport. Hij zegt toe om in reguliere halfjaarlijkse bestuurlijke overleggen uitgebreider stil te staan bij de verbetermogelijkheden voor het functioneren van zowel de keuringsdiensten als de Raad van Plantenrassen.