'Importverbod kalveren is onrealistisch en ongenuanceerd'

Een telefoontje naar het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt veel duidelijk. Regelgeving over het transport van levende dieren is een Europese aangelegenheid. Importverboden zijn in verband met EU-wetgeving rond vrij verkeer niet mogelijk. Een lidstaat van de EU kan dit niet zomaar op eigen houtje beperken.

De in september aangenomen motie van voormalig Tweede Kamerlid Leonie Vestering (Partij voor de Dieren) over een verbod op de import van kalveren kan demissionair landbouwminister Piet Adema dus naast zich neerleggen.

Dat neemt niet weg dat ook Adema vindt dat Nederland een 'enorme invoer' van kalveren kent. En dat deze beter in balans moet worden gebracht met de omvang van de Nederlandse rundveehouderij. Hij wil samen met de sector kijken hoe de invoer kan worden verkleind.

Daarnaast zet Adema zich er in Europees verband voor in om een verbod op langeafstandstransporten van ongespeende dieren te regelen. Het gaat dan om transport van meer dan acht uur. Begin december wordt het voorstel van de Europese Commissie voor de herziening van de transportverordening verwacht.

Verder onderzoekt Nederland wat de mogelijkheden zijn om, net als in Duitsland, de minimumtransportleeftijd van kalveren te verhogen van 14 naar 28 dagen.

Verandering hangt dus wel degelijk in de lucht, ziet ook voorzitter Wim Thus van de LTO-vakgroep Kalverhouderij. Hij verwacht dan niet direct een importstop, het importeren van Ierse kalveren ziet hij in de toekomst wel lastig worden. De kalveren die vanuit Ierland worden geïmporteerd zitten lang op transport, ook op een boot. 'Zoals het nu gaat, zal het niet meer plaatsvinden over een paar jaar', verwacht Thus.

Beter voor dierenwelzijn?

Als de kalveren vanuit Ierland niet naar Nederland komen, gaan ze naar andere Europese landen, zoals Italië en Spanje. De dieren zijn dan nog langer onderweg. 'We kunnen de import van Ierse kalveren wel verbieden. Maar is dat beter voor het dierenwelzijn?', vraagt Thus zich af. De import moet volgens de vakgroepvoorzitter op Europees niveau worden geregeld, om het dierenwelzijn voor alle kalveren voorop te stellen.

Ongeveer de helft van de kalveren in Nederland is afkomstig uit het buitenland. 'De Nederlandse kalverhouderij heeft een oplossing gevonden en is een goede plek voor nuchtere kalveren', stelt Thus. 'Daar is een bepaalde schaal voor nodig.' Volgens hem is dat een van de redenen dat in de Nederlandse kalversector meer kalveren kunnen worden geplaatst dan alleen Nederlandse.

'Een importstop op kalveren betekent dat de helft van de Nederlandse kalverhouders moet stoppen. Daarnaast moeten ook slachterijen, voerfabrieken, veeartsen, integraties en ondersteunende bedrijven worden stilgelegd', geeft Thus aan.

Ook gevolgen voor melkveehouderij

De import van kalveren verbieden heeft indirect gevolgen voor ruim achthonderd gezinsbedrijven waar het arbeidsinkomen wegvalt, stelt de vakgroepvoorzitter. De melkveehouderij zal de gevolgen ook voelen, omdat de prijs voor nuchtere kalveren dan daalt.

Dat een geheel importverbod onrealistisch is, vindt ook Daniëlle Duijndam, sectormanager melkvee- en kalverhouderij bij Rabobank. Zij verwacht eerder aanvullende wet- en regelgeving op langeafstandstransporten of diergezondheid. 'De sector ziet deze beweging ook op zich afkomen.'

De meeste kalverhouders in Nederland zitten in het oosten van het land. Duitsland is het belangrijkste herkomstland voor de geïmporteerde kalveren en is voor deze bedrijven relatief dichtbij. Daar is de wet- en regelgeving dit jaar aangepast.

Van 14 naar 28 dagen op bedrijf

In Duitsland blijven de kalveren 28 dagen op het melkveebedrijf, voordat ze op transport mogen. Eerder was dit 14 dagen. Volgens Duijndam laat dat zien dat de buurlanden ook actief bezig zijn met het verbeteren van het dierenwelzijn.

Secretaris Henk Bekman van Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) laat weten dat ook de melkveesector een groot probleem heeft als er een algeheel verbod op het importeren van kalveren komt. 'In alle schakels in de kalversector gaat grote overcapaciteit ontstaan, waardoor de hele sector omvalt. De melkveehouderij kan dan niet meer van haar kalveren afkomen.'

Transport niet per se slecht

Het transport op zichzelf is volgens Bekman niet per se slecht voor het kalf. 'De regels zijn zodanig opgesteld dat het transporteren van levende dieren onder goede omstandigheden kan plaatsvinden.' De chauffeurs moeten bijvoorbeeld vervoersdocumenten en vergunningen mee hebben, de vervoersmiddelen moeten aan een pakket eisen voldoen en de medewerkers van een verzamelcentrum hebben een opleiding gevolgd.

'We zijn continu in gesprek om het optimale dierenwelzijn voor de kalveren te behalen', besluit de SBK-secretaris.