Grinwis (CU): 'Consument eist mooi product, maar zonder middelen is dat niet te doen'

Grinwis werd op 31 maart 2021 Kamerlid voor de ChristenUnie. Achter de schermen werkte hij al langer voor de partij en hij was ook in de Haagse gemeenteraad actief. Hoewel hij niet zo vaak in de schijnwerpers staat, plaatste opinieblad HP/De Tijd hem in augustus op nummer 1 in hun Nationale Politieke Index 2022/2023. Voor deze index wordt gekeken hoe vaak een Kamerlid betrokken is bij de totstandkoming van initiatiefwetten, moties, amendementen en Kamervragen.

Ik vraag me af of wij over tien tot vijftien jaar nog voldoende boeren in ons land hebben

Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid voor ChristenUnie

Men vindt u het meest actieve Kamerlid. Wat zegt dat over u?

'Ja, het is wat hè. Ik ben een bezig baasje.' (Grinwis grinnikt, maar gaat op serieuze toon verder). 'Ik ben niet bang voor een beetje werk, dat spreekt eruit. Voor deze index is gekeken naar wat je voor elkaar bokst. Dat je bijvoorbeeld meerderheden weet te organiseren voor amendementen en moties. Want je moet samenwerken in de politiek. Alleen krijg je niets voor elkaar.'

Kunt u daar een voorbeeld van geven?

'Ik denk bijvoorbeeld aan mijn inzet voor het voortzetten van het Fonds Kleine Teelten. Een jaar geleden heb ik, met collega Caroline van der Plas (BBB), met een aantal spruiten- en kooltelers in Mijnsheerenland gesproken.

'De telers vertelden wat hun probleem is: het middelenpakket voor deze teelten wordt steeds kleiner. Het gevolg is dat het steeds moeilijker wordt om die koolsoorten, waaronder spruiten, goed te telen. De consument eist een heel mooi product, maar zonder middelen is dat gewoon niet te doen. Ik heb toen een motie ingediend voor het continueren en optimaliseren van het Fonds Kleine Toepassingen. Die is aangenomen.'

Wat houdt dat fonds in?

'Dit fonds zorgt ervoor dat er effectieve duurzame middelen voor vollegrondsgroenteteelt en andere kleine teelten worden ontwikkeld en beschikbaar blijven komen. Daarmee kunnen deze in Nederland behouden blijven. Ik denk dat dit fonds er niet was gekomen, als ik er geen werk van had gemaakt. Daarmee hebben we het perspectief van zo'n sector niet meteen veiliggesteld, maar wel een duwtje in de goede richting gegeven.'

U bent opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. Beïnvloedt dat de manier waarop u politiek bedrijft?

'Dat speelt zeker een rol. Van huis uit heb ik affiniteit met aardappels, uien en de groenteteelt. In de Tweede Kamer gaan de debatten al snel over veeteelt en stikstof. Ik wil ook graag andere sectoren voor het voetlicht brengen, zoals de vollegrondsgroenteteelt en glastuinbouw. Dat doe ik in de wetenschap dat veel van mijn collega's al in de weer zijn met andere 'takken van sport' binnen de landbouw.'

Wat moet na de verkiezingen als eerste worden geregeld?

'Dat zijn wat mij betreft drie punten. Allereerst is helderheid nodig. Veel boeren zitten in onzekerheid, met name door het natuur- en stikstofbeleid. Dat beleid vind ik mislukt. We zijn verzand geraakt in een juridisch moeras. We moeten naar een op emissie gericht beleid waarbij we sturen op doelen. Ondernemers kunnen in dat geval zelf bepalen hoe ze hun emissies verminderen.'

En wat is uw tweede punt?

'We moeten jonge boeren vertrouwen geven. Ik vraag me af of wij over tien tot vijftien jaar nog voldoende boeren in ons land hebben. Zoals de situatie nu is, is het niet zo aantrekkelijk het bedrijf van je ouders over te nemen.

'Het kan toch niet zo zijn dat we straks te weinig boeren hebben om voedsel te verbouwen in Nederland? Daar maak ik me echt zorgen om. Gelukkig zijn er nog steeds enthousiaste jonge boeren. Die moeten we koesteren.'

En tot slot?

'Mijn derde punt is dat we boeren ook moeten gaan belonen voor 'producten' die niet zo makkelijk een prijs hebben in de markt. Dan denk ik aan agrarisch landschapsbeheer, natuurbeheer en het culturele erfgoed dat boeren beheren. Daarmee leveren ze mooie prestaties, maar ze krijgen er geen mooie beloning voor. Laten we dat gaan regelen.

'Het idee dat wij daarvoor hebben is dat alle ketenpartijen, van toeleveranciers tot slachterijen en de retail, een klein beetje van hun omzet inleggen. Daarmee wordt een fonds gecreëerd waarmee boeren structureel beter kunnen worden beloond voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.'

Wat had u graag afgerond gezien de afgelopen periode?

'De grote klus die landbouwminister Piet Adema wilde klaren, was het sluiten van een landbouwakkoord met de landbouw, retail en alle bedrijven uit de keten. Dat is op een haar na niet gelukt. Tegelijkertijd moeten we vaststellen dat al die partijen voor het eerst in lange tijd niet met de rug naar elkaar toe staan, maar met elkaar aan tafel zijn gaan zitten. Laten we dat overleg over de toekomst van de landbouw in Nederland alsjeblieft doorzetten. Ik denk dat dat echt nodig is.

Gaat u meeregeren als die vraag zich aandient?

'Ik spreek me daar niet op voorhand over uit. Het laatste kabinet is ons niet supergoed bevallen. Maar we zijn altijd bereid verantwoordelijkheid te nemen. We kunnen zowel vanuit de oppositie als de coalitie ideeën omzetten in resultaat.'