Project 'BodemUp' zoekt boeren voor gratis bodemadviezen

Wat is 'BodemUP'?

'Dit is een project om kennis vanuit DAW over bodembeheer te verspreiden. 'BodemUP' is in 2020 gestart met individuele bodemadviezen. Daar komen nitraatmetingen bij. Uitgangspunt is het bemonsteren van de bodem met de koppeling van adviezen op maat door specialisten. Met dit project willen we bij de boer op het erf komen.'

Het doel is beperken van de uitspoeling door maximale benutting van toegediende mineralen

Rob Schrauwen, projectleider BodemUP

Hoeveel boeren zoeken jullie?

'Tot dusver hebben 1.800 boeren gebruikgemaakt van de gratis bemonstering en bodemadvies. Voor komend anderhalf jaar zoeken we nog eens 1.300 deelnemers. 'BodemUP' wordt gefinancierd door het ministerie van LNV. Belangstellenden kunnen zich aanmelden voor zowel de individuele bodemadviezen als de nitraatmetingen via de website van DAW-bodem, ze mogen ook gratis gebruik maken van beide analyses.'

Welke bedrijven of percelen komen in aanmerking voor dit aanbod?

'In principe kunnen akkerbouwers, veehouders en ook vollegrondsgroentetelers hiervan gebruikmaken. Zeker voor de gratis nitraatmetingen geldt dat die vooral interessant zijn voor stikstofbehoeftige gewassen zoals aardappelen, mais maar bijvoorbeeld ook prei. Het doel is beperken van uitspoeling op perceelniveau door maximale benutting van de toegediende mineralen.'

Wie verzorgt het advies op maat?

'Via DAW zijn landelijk tien bodemteams actief. Daaraan zijn zo'n 135 adviseurs verbonden. Na bemonstering gaan de adviseurs met de ondernemers rond de tafel zitten om de resultaten te bespreken en een teeltplan te maken. In het groeiseizoen volgt vaak nog een adviesbezoek om het effect van aanbevolen maatregelen te beoordelen.'

Hoe gaat het verder met het project 'BodemUP'?

'Tot en met 2024 gaan we door met de individuele bodemadviezen. Daarna wordt het project afgesloten, maar zijn er wel plannen om het bestaande netwerk van boeren en adviseurs in de benen te houden. Wellicht is het een optie om met groepen ondernemers een vervolg te geven aan de kennisverspreiding.'