'Jonge boeren willen meer aandacht voor de lange termijn'

Klein Teeselink vervult de functie bij NAJK nu een jaar en dat bevalt goed. Hij wil graag opkomen voor jonge boeren. Voor de toekomst van de melkveehouderij ziet hij per bedrijf verschillende kansen, zowel voor extensivering als innovatie. 'Wat bij alle opties centraal staat, is omgevingsgericht en toekomstbestendig ondernemen. Welke keuze je daarin maakt, hangt ook af van het type ondernemer dat je bent en de onderneming die je hebt.'

Als bedreigingen bij het maken van toekomstplannen ziet Klein Teeselink de soms onduidelijke wet- en regelgeving, bijvoorbeeld rond emissiebeperking, en de vergunningverlening die min of meer stil is komen te liggen. Dat kan problemen opleveren bij de financiering van investeringen en daarmee de liquiditeit van een melkveehouderij onder druk zetten.

'Ik vind het jammer dat het sluiten van het Landbouwakkoord niet is gelukt. Dat had ons toekomstperspectief kunnen bieden voor de lange termijn. Laten we hopen dat de gesprekken na de verkiezingen met een nieuwe regering in een goede lijn doorgaan', aldus de NAJK-portefeuillehouder.

Kringlooplandbouw

Klein Teeselink vindt dat de nadruk op dit moment te veel ligt op de stoppersregeling. 'Begrijp me niet verkeerd, voor een heel aantal bedrijven is dat een goede keuze. Maar er zijn veel jonge boeren zoals ik die graag het familiebedrijf willen voortzetten.' Hij schetst zijn thuissituatie, waarin hij met zijn ouders honderd melkkoeien en bijbehorend jongvee heeft en 50 hectare grond bewerkt. Samen met de buurman, die akkerbouwer is, proberen ze vorm te geven aan kringlooplandbouw.

De jonge boer is als zesde generatie op het familiebedrijf trots op zijn vak, maar vindt het soms lastig om daar plezier in te houden. Hij vindt dat de nadruk te veel ligt op de korte termijn. 'Met innovatie kunnen we een eind verder komen, maar pilots komen soms traag op gang en de snelheid waarmee die resultaten opleveren wordt nogal eens overschat. En dat terwijl we voor een grote maatschappelijke opgave staan.' Hij benadrukt nogmaals dat toekomstplannen afhankelijk zijn van de bedrijfssituatie en dat met extensivering en weidegang ook veel is te bereiken.

Ecodiensten

Mogelijk kan een verdienmodel gebaseerd op een combinatie van innovatie en extensivering een uitweg bieden, meent Klein Teeselink. Hij denkt daarbij aan oplossingen als stikstofkrakers die bijdragen aan circulaire landbouw, met minder uitstoot van broeikasgassen en het scheiden van mest in een dunne en dikke fractie. 'Met de dunne fractie kunnen we kunstmest vervangen, terwijl het stalklimaat veiliger en gezonder wordt.' Hij vindt dat de overheid haar rol moet pakken om het verdienvermogen van melkveehouderijen ook voor de toekomst veilig te stellen.

Daarbij denkt de ondernemer bijvoorbeeld aan het belonen van ecodiensten als het onderhoud van de natuur, activiteiten die naar zijn mening nu nog ondergewaardeerd worden. En een duurzamere bedrijfsvoering levert misschien duurdere producten op, maar Nederland kan zijn concurrentiepositie mogelijk vasthouden door die in de markt te zetten naast bulkproducten uit het buitenland. 'Als we dat als sector samen met verwerkers en marktpartijen oppakken, zie ik zeker kansen.'

Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner RMV