Raad van State: effect emissiearme varkens- en pluimveestallen onzeker

Volgens de Raad van State wordt de werkelijke stikstofuitstoot in een emissiearme stal waarschijnlijk onderschat, aangezien het onzeker is of deze stallen in de praktijk doen wat ze beloven. Een bedrijf met zo'n stal mag daarom niet zomaar uitbreiden of een natuurvergunning krijgen. Daarvoor moet eerst een beoordeling van de natuurschade worden gemaakt, aldus de raad. Dat geldt sinds woensdag dus niet alleen voor melkveehouders (sinds vorig jaar), maar ook voor varkens- en pluimveehouders.

De Raad van State boog zich over negen zaken in de provincie Overijssel. Milieuorganisatie Mobilisation for the Environment en de Vereniging Leefmilieu kwamen in beroep tegen vergunningen die de provincie afgaf. De rechtbank in Overijssel oordeelde in deze zaak al dat de natuurvergunning moest worden vernietigd. De provincie vroeg de Raad van State dit oordeel terug te draaien. Die heeft hier geen gehoor aan gegeven.

In drie zaken ging het ook om natuurvergunningen voor melkveehouders die hun koeien in de wei laten lopen. Ook hier grijpt de hoogste bestuursrechter terug op een uitspraak die al eerder is gedaan in een zaak elders in het land: het weiden van koeien heeft geen negatieve gevolgen voor de natuur als de uitstoot in de wei kan worden weggestreept tegen de uitstoot uit de stal. Als dat niet kan worden vastgesteld, is een passende beoordeling nodig voordat de provincie een natuurvergunning mag afgeven.

De hoogste bestuursrechter realiseert zich dat met name de uitspraken over pluimvee- en varkensstallen het verlenen van een natuurvergunning voor veehouderijen bemoeilijkt en vertraagt. 'Maar de strenge Europese natuurbeschermingsregels waaraan Nederland zich heeft gebonden laten een andere uitkomst niet toe', aldus de Raad van State. De raad noemt het daarom belangrijk dat het aangekondigde nieuwe onderzoek naar de effectiviteit van emissiearme stallen snel duidelijkheid biedt.