Cargill maakt methaanreductie vleesvee meetbaar

Deze Gold Standard is het vrijwillig CO2-compensatieprogramma gericht op het bevorderen van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties en moet ervoor zorgen dat projecten ten goede komen aan hun naburige gemeenschappen.

Volgens Cargill kan met deze goedgekeurde methode een raamwerk worden geboden om de vermindering van de methaanuitstoot met voedingssupplementen bij vleesvee te meten.

Verhandelen

De nieuwe methode is nu beschikbaar voor rundvleesproducenten over de hele wereld om methaanreducties te kwantificeren, te controleren en te verifiëren. Daardoor kunnen ze hun broeikasgasmitigatieproject registreren voor Gold Standard-certificering. De Verified Emissions Reductions van de Gold Standard kunnen op vrijwillige basis worden verhandeld op koolstofmarkten. Daardoor kunnen kredietkopers de projecten rechtstreeks ondersteunen.

Runderen geven methaan af als gevolg van de vertering van voedermiddelen in de pens. Bij die vertering ontstaat door gisting waterstof. Die waterstof wordt op verschillende manieren verwijderd, zoals door omzetting naar methaan. Dit broeikasgas wordt vervolgens uitgeademd. Dit zijn enterische emissies.

Effecten van mestverwerking

Bij deze methode wordt niet alleen de vermindering van de enterische emissies bij vleesvee berekend. Ook de effecten van het verwerken van mest op de emissies worden berekend. Dat kan op twee manieren. De ene manier is met metingen ter plaatse. De andere manier werkt op basis van regressiemodellen op basis van getoetste wetenschappelijke publicaties. Ook andere modellen kunnen worden gebruikt, wanneer ze bewezen betrouwbaar en toepasbaar zijn.

In de praktijk stellen projecten die de nieuwe methodologie gebruiken en gaan meten eerst een nulmeting vast voor emissies gedurende minimaal drie aaneengesloten jaren. De runderen die vervolgens voersupplementen krijgen, moeten duidelijk worden geïdentificeerd en gevolgd in de loop van het project. Vervolgens wordt in een periode van vijf jaar gekeken wat de reductie aan broeikasgassen is. Dit kan eventueel met een periode van vijf jaar worden verlengd, zo staat in de methodebeschrijving.

Dit betekent dat de dieren een constant rantsoen moeten krijgen. Voor deze proef zijn koeien met een goede levensduur nodig.